Nieuws

08 juni 2009

Vragen aan trainers: Michiel Riemslag, Stadskanaal


De jaarlijkse N(J)K lange baan staan voor de deur. In twee weekeinden strijden zwemmers en zwemsters om goud, zilver en brons. Zwemkroniek.com vroeg enkele trainers het hemd van het lijf over het Nederlandse zwemmen in vele facetten.

Vandaag: Michiel Riemslag (64), ZPC Stadskanaal. Beroepsmatig was de laatste jaren leraar lichamelijke opvoeding aan het Dr. Nassau College in Assen. Sinds 1 november 2007 geniet hij van zijn pré-pensoen.



1.Je draait al een aantal jaren mee als trainer en bij Stadskanaal gaat het opvallend goed. De hand van de trainer? Veel school- en wisselslag en mensen, die afstanden aan kunnen. Hoe ben je in het zwemmen verzeild geraakt? Welke clubs heb je getraind. Bij wie heb je de trainersopleiding genoten en heb je een inspirerend voorbeeld?

"Hoe maak je een lang verhaal kort? In 1964 behaalde ik mijn diploma sportleider aan het RK.CIOS te Sittard. Mijn docent voor de specialisatie zwemmen was Rob Kerkhoven. Hij was voor mij het inspirerend voorbeeld m.b.t. de topsport. Hij liet mij in die tijd kennis maken met de training aan topsporters tijdens de Olympische voorbereidingen in Rotterdam. De bondscoach was toen, als ik het goed heb, Forbes Carlile.
Dienstplicht riep en in oktober 1964 werd ik opgeroepen om te dienen bij de landmacht in Maastricht. Vanaf dat moment ging alles anders. Als sportinstructeur diende ik bijna 2 jaren in Duitsland (Seedorf). In mijn diensttijd heb ik mij met militaire topsport bezig gehouden en wel volleybal.
Na de diensttijd ging ik weer terug naar mijn oude club ZON in Heerlen waar mijn voorliefde voor het zwemmen, onder leiding van een Duitse trainer, is begonnen. Een maand later kreeg ik werk in het zwembad de ROG in Weert, waar ik weer nieuw leven blies in de plaatselijke zwemvereniging. In die tijd trainde men al elke morgen om 6.00 uur. Een jaar later verhuisde ik naar het noorden van het land waar ik in Bakkeveen de leiding kreeg in het nieuwe zwembad aldaar. In de vier jaren dat ik daar werkzaam was behaalde ik het diploma leraar lichamelijke opvoeding en kreeg ik werk in het onderwijs, aan vier verschillende huishoudscholen op het platteland en werd ik tevens trainer bij Aqua ’68 te Assen.
In de tachtiger jaren ruilde ik het zwemmen in voor volleybal, een nevenspecialisatie vanuit mijn opleiding aan het Cios. Ik behaalde in die tijd de B-licentie voor volleybaltrainer. Deze periode liep af begin jaren ’90 -’94; er kwam toen een periode dat ik een nieuwe functie in het onderwijs kreeg waardoor ik minder tijd had voor de sport. Eind jaren negentig ben ik weer begonnen met training geven aan Aqua’68 Assen en later Z&PC Ritola Zuidlaren waar ik voor het eerst weer in contact kwam met de topsport d.m.v. een groot talent, Willemijn Knot. De vereniging Ritola had echter te weinig mogelijkheden (badwater, uren) om aan de eisen te kunnen voldoen die voor een topsporter van belang zijn. In samenwerking met Trivia heeft Willemijn haar loopbaan in de zwemsport voort kunnen zetten. In goed overleg met Janet Mulder is Willemijn toen overgegaan naar Trivia. Een nieuwe mogelijkheid deed zich voor toen ZPC Stadskanaal met de vraag kwam voor een nieuwe hoofdtrainer en daar werk ik nu het eerste jaar."

2. Hoeveel uur per week sta je als trainer langs de bassinrand. Hoeveel uur per week ben je bezig met 'zwemmen in al z'n facetten'?
"Elke ochtend en elke avond, zo’n 11 tot 12 uren per week. Ik mag er werken met een goed team van trainers maar vooral met pupillen die getalenteerd zijn en gemotiveerd om via talent en hard werken hun doelen te bereiken. Het jaarplan en de accenten die je er inlegt zorgen ervoor dat de pupillen inhoud hebben waardoor zij ook de langere afstanden en de wisselslag goed aankunnen. Het niet te snel overgaan naar specifieke slag maar alles in verhouding tot elkaar blijven trainen waarbij het accent ligt op het verbeteren van de techniek. Wat hierbij ook van belang is dat het geen zwemmers zijn die hun schoolwerk verwaarlozen of een of andere zesjes mentaliteit hebben.
Ons motto is dan ook: Als het op school goed gaat dan gaat het met het zwemmen ook goed! Plannen van zowel training, school als andere tijd is van groot belang.

Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat ik een dagtaak heb bij de zwemvereniging ZPC Stadskanaal.

Gelukkig ben ik met FPU en ben ik getrouwd met een vrouw die daar oog voor heeft!!!"

3. Welke visie heb je over het trainen van zwemmers en zwemsters?
"Het werken met een visie is van groot belang. Wat door de jaren heen veranderd is, is dat de pupil duidelijker als voorheen via eigen motivatie en doelen te werk gaat. Zij weten al wat ze willen bereiken en jij als trainer begeleidt ze in het halen van die doelen. Ouders spelen in dit proces een zeer grote rol en daar moet je je als trainer van bewust zijn. Door een goed samenspel ontstaat er een klimaat waarin de pupil goed kan presteren."

4. De Nederlandse Kampioenschappen staan voor de deur. Hoe groot is je ploeg bij de ONK en de NK junioren? Hoeveel limieten zijn er behaald? En wat zijn je verwachtingen?
"Vier deelnemers waarvan twee de individuele nummers zwemmen tijdens het NK in Eindhoven. Twee eventuele deelnemers hebben om redenen afgezegd.
Voor het NJK hebben zich 15 deelnemers met 79 starts en eventueel 4 estafettes geplaatst.
Alles is erop gericht om optimaal te presteren en hoe de werkelijkheid eruitziet zien we na afloop van de wedstrijden in Amsterdam. Het plaatje voor de NK sprint is nog niet helemaal duidelijk en kan ik er nog niets van zeggen."

5. Hoe prepareer jij je ploeg voor deze wedstrijden? Trainingskampen, etc.
"Trainingskampen, dat zou mooi zijn als voorbereiding op deze grote toernooien, maar dat is nog wat te vroeg. Misschien dat het er volgend jaar wel in zit."

6 Wat is het moeilijkste dat je in je trainersloopbaan bent tegen gekomen?
"Het is een keer gebeurd dat ik bij een vereniging ben weggegaan midden in een trainingsjaar en mijn pupillen moest zeggen dat ik niet meer kwam. Zij hadden aan het conflict, dat speelde, part noch deel. Het was een conflict tussen volwassenen die hierdoor de kinderen uit het oog hadden verloren. Eigen agenda’s speelden daar in een grote rol.
Ik hoop dat nooit meer mee te maken!"

7. Heb je dit seizoen dingen meegemaakt waarvan je denkt dat ga ik volgend jaar zeker anders doen?
"Straks na de wedstrijden gaan we het jaar evalueren en gaan we nieuwe afspraken maken en zullen ook andere besluiten genomen worden, dat gaat allemaal in goed overleg met de andere trainers, TC en het bestuur van de vereniging."

8. Wat is het absolute hoogtepunt uit je trainers loopbaan? Het moment dat je dacht 'yes' hier doe ik het voor?
"Het afgelopen jaar is zo’n jaar. Ook de EJK op Mallorca waar Willemijn aan mee heeft gedaan."

9. Hoe lang wil je trainer blijven? Wat zou een aanleiding zijn om een streep onder je activiteiten te zetten?
"Ik wil nog wel jaren door blijven gaan. Ik heb nog niet een moment uit gekozen om ermee te stoppen. Een belangrijke redenen om ermee te stoppen zou kunnen zijn, het moment dat ik het contact ga verliezen met de pupillen. De afstand te groot wordt."

10. Wat zou je nog kwijt willen? Ofwel welke vraag heb ik niet gesteld?
"Laat in alles duidelijk zijn dat niet ik, maar alle vrijwilligers van Stadskanaal hun steentje bijdragen aan het succes van het afgelopen jaar. Ik ben mij er heel goed van bewust dat alles niet alleen aan mij kan hebben gelegen. Het geheel de macht is waarin succes plaats vindt.
Ook wil ik graag hier vernoemen dat ik veel geleerd heb in de tijd dat ik samen met Ellis van der Meulen en andere trainers samen werkte bij TZNN, de trainingsweek in Drachten met Marcel Wouda en het laatste jaar de samenwerking met Kees Robbertsen en Jan Eggo van het RTC te Drachten. Naar deze personen toe ben ik veel dank verschuldigd."

00 Welke bezigheden boeien je naast de zwemmerij?
"In de weinige tijd die overblijft ben ik vooral bezig met lezen, luisteren naar klassieke muziek, tuinieren en zeilen. Water blijft boeien ook in de vrije tijd."





Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport