Nieuws

04 juni 2009

Vragen aan trainers: Marianne Heemskerk, Zwemlust


Juni is de maand van de nationale kampioenschappen. In drie weekeinden strijden zwemmers en zwemsters om goud, zilver en brons. Zwemkroniek.com vroeg enkele trainers het hemd van het lijf over hun ervaringen als verenigingstrainer.

Vandaag: Marianne Heemskerk, SG Zwemlust/Utrecht (eerder SC Wiesbaden, de Robben, AZU Uitgeest/Triton Putten, ZV IJsselmeer/De Kwakel, Zwemlust/den Hommel, de Dolfijn, UZSC).
In haar actieve loopbaan behaalde zij op 15-jarige leeftijd Olympisch zilver op de 100 vlinder in Rome 1960 en vestigde zij een wereldrecord op de 200 vlinder (2.34.4) in hetzelfde jaar. In 1962 was er bij de EK in Leipzig brons op de 100 vlinder. Eerder dat jaar zwom zij op de 400 wissel een Europees record. Twee jaar later dwong zij op deze afstand tevens haar tweede olympische deelname (Tokio) af. Dochter Jolanda Oudkerk kwam voor Nederland uit bij een Europacup-ontmoeting voor landenploegen in 1986. Specialiteit: 200 vlinder!

1.Je hebt een lange carrière als trainster. Hoe ben je in het zwemmen verzeild geraakt? Bij wie heb je de trainersopleiding genoten en heb je een inspirerend voorbeeld?
"Ja, vanaf april 1965 ben ik trainster geworden na het afsluiten van mijn eigen zwemloopbaan. Ik ben toen naar Duitsland gegaan om 2 talen tegelijk te leren. Ik was au pair in een Amerikaanse gezin. Daar kreeg ik problemen met mijn hart (heel hoge hartslag in rust). Ik had niet afgetraind. Mijn werkgever was een American football coach en hij stuurde me weer naar het zwembad. De trainer van SC Wiesbaden stopte 4 weken voor de districtkampioenschappen en Folkert Meeuw (vader van rugslagzwemmer Helge) vroeg of ik hem wilde trainen/voorbereiden. Dit was erg succesvol. Hij werd districtskampioen, 3 weken later Zuid Duits kampioen en 2 weken later kampioen van Duitsland op 200 meter vlinder. Dankzij zijn prestaties zwom hij zich in de Nationale ploeg. Daarna werd ik gevraagd als bondscoach van Duitsland en was ik als jonge trainster aanwezig bij de EK 1966 in Utrecht.

Mijn voorbeelden waren Jan Stender en Wil van Breukelen toen. Ook heb ik veel geleerd door veel te praten met trainers uit het buitenland. Ik heb in Duitsland de trainersopleiding gedaan en in Nederland trainer A + B."


Tijdens de OS van Rome 1960 behaalde Marianne Heemskerk (rechts) zilver op de 100 vlinder; clubgenote Tineke Lagerberg (links) zwom naar brons op de 400 vrij.

2. Hoeveel uur per week sta je als trainer langs de bassinrand. Hoeveel uur per week ben je bezig met 'zwemmen in al z'n facetten'?
"Per week sta ik 8 ½ tot 10 uur aan de badrand en daar komt nog rond de 4 tot 6 uur bij aan voorbereiding van trainingen, wedstrijden, gesprekken met sportpsycholoog, krachttrainers, trainers, zwemmers/sters en ouders."

3. Welke visie heb je over het trainen van zwemmers en zwemsters?
"Proberen het maximale uit een zwemmer/ster te halen. Ik ben ervan overtuigd, dat men kilometers (duur) moet maken op een jongere leeftijd om een goed resultaat te behalen op latere leeftijd.
Het bevordert de natuurlijke ligging, eigen techniek, die bij de zwemmer past. Dat is het uitgangspunt voor het verbeteren en bijschaven van de techniek.
Ieder jaar meer gaan doen. Uitbreiden met krachttraining, landtraining, meer kilometers, etc.
In een jaar heb ik meerdere momenten van korte taper/specifiekere voorbereiding (rond de 2 tot 3x) voor iedere NK. Voor de NK's zijn de tapers langer.
Niet te veel druk leggen op topprestaties op Speedo en NJK zwemmers/sters. Wel al leren, dat je daar je beste prestatie van het jaar neerlegt. M.a.w. op vroege leeftijd kennis maken met alle facetten van de wedstrijdsport."

4. De Nederlandse Kampioenschappen lange baan staan voor de deur. Hoe groot is je ploeg bij de ONK en de NK junioren? Hoeveel limieten zijn er behaald? En wat zijn je verwachtingen?
"Bij de ONK hebben we 12 deelnemers/sters. Er zijn 53 limieten behaald. Marvin Kruin en Mark Moussa starten niet, vanwege examen en studie. Op de NJK 7 zwemmers/sters en 12 limieten. De grootste groep start bij de NK Sprint: 20 deelnemers, goed voor 38 limieten.
Mijn verwachting is, dat er pr’s worden gezwommen en verschillenden in de buurt van een medaille komen."

5. Hoe prepareer jij je ploeg voor deze wedstrijden? Trainingskampen, etc.
"Voor trainingskampen is er geen geld. Alle vakanties trainen we extra hard en we gaan enkele weken voor de NK een wedstrijd zwemmen in het buitenland van een goed nivo, waar we naar toe werken, als tussenstation."


Ter voorbereiding op de Swimcup in Amsterdam ging Marianne Heemskerk met een selectie naar internationale wedstrijden in het Ierse Limerick. Op de foto wordt zij geflankeerd door Elise Bouwens, Ilse van Hoorn, Malissa van der Horst en Anne Boomars.

6. Wat is zijn de moeilijkste momenten uit je trainersloopbaan?
"Het zware ongeluk van Monique Bosga (rugslagzwemster, begin 1979) en de onmacht dat je niets kan doen. Veel door mij getrainde zwemmers/sters kwamen in de Nederlandse ploeg, maar zelf ben ik slechts één keer mee geweest als trainster naar een groot toernooi. (EK Sofia 1985, JVK).
Na de breuk met Carla Geurts (topper in de jaren negentig, JVK) om training te blijven geven en dat terwijl mijn hart lag bij training geven; ik kon het niet meer opbrengen om het op de dezelfde manier te blijven doen, als ik het altijd had gedaan. Dit is sinds een paar jaar weer terug.
De slechte opvang van zwembond. Je bent als trainer gelijk vergeten."

7. Heb je dit seizoen dingen meegemaakt waarvan je denkt dat ga ik volgend jaar zeker anders doen?
"Die zijn er ieder jaar weer, wat je anders wilt gaan doen."

8. Wat is het absolute hoogtepunt uit je trainers loopbaan? Het moment dat je dacht 'yes' hier doe ik er voor?

"Er zijn vele hoogtepunten geweest. De zwemmers/sters, die naar de OS EK en WK gingen. Alle kampioenstitels met Nederlandse records. De pr’s van de zwemmers/sters op het juiste moment. Hun blijde gezichten erna.
Afgelopen winter NK Elise Bouwens, de grote verrassing, dat ze kampioen werd op de 200m vlinder."

9. Hoe lang wil je trainer blijven? Wat zou een aanleiding zijn om een streep onder je activiteiten te zetten?
"Ik heb gezegd, dat ik tot 2012 wil blijven training geven. Ik vind het nog steeds erg leuk om met de zwemmers/sters te werken en ze voor te bereiden op NK en NJK’s. Daarna ga ik kijken, of ik nog doorga. Mijn gezondheid zou een aanleiding kunnen zijn en eventueel het verhuizen naar Polen, waar mijn man woont."

10. Wat zou je nog kwijt willen?
"Een betere samenwerking tussen scholen en de sport zou zeer wenselijk zijn!".

00 Welke bezigheden boeien je naast de zwemmerij?
"Reizen naar verre landen. Verder heb ik door het jaar heen weinig tijd om iets anders te doen naast mijn werk en trainingen."









Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport