Nieuws

27 januari 2009

Vierentwintig uur met Maarten van der Weijden

Afgelopen maandag was dan de uitzending "24 uur met Maarten van der Weijden". Het programma van Wilfried de Jong werd door 461.000 kijkers bekeken (volgens SKO: Stichting KijkOnderzoek). De boomlange zwemmer sprak over zijn zwemverleden (en vooral zijn historische olympische 10km race in Beijing), zijn ziekte, maar ook zijn toekomst. Open waterzwemmer Daan Glorie keek naar het programma en vertelt wat hij zag en hoorde.

Maarten van der Weijde is de rust zelve. De zwemmer kreeg in 2001 te horen dat hij kanker had. Hij bleef kalm en werd weer beter. Hij zwom in de olympische finale open water. Terwijl zijn concurrenten op drift raakte, wachtte hij juist af en won goud. Eind 2008 werd hij Sportman van het jaar en maakte meteen bekend dat hij stopte. Weer die rust. Hoe doet hij dat toch, is hij echt zo in balans of gebruikt hij een trucje?

Maarten van der Weijden vertelt als hij binnenkomt dat hij moet wennen aan het “nieuwe leven”. Een leven na de topsport. Maarten zoekt vooral de rust de komende tijd en schrijft zijn eigen biografie terwijl hij nadenkt over zijn verdere leven.

Zijn Olympische race wordt in woord en beeld nog een keer doorgenomen. Maarten vertelt dat hij zijn eigen plan trok en een eigen weg zwom naar de finish, terwijl de Brit David Davies en Duitser Thoma Lurz een omweg naar de finish maken en in een “armgevecht” gewikkeld raken. Maarten: “Ik zie nog dat de badmuts van Lurz rimpelt en dat Davies zijn zwembroek een beetje afzakt terwijl ik over elk detail heb nagedacht: zwembril, zwempak, alles. Iedere coach heeft een stok van 3 of 4 meter waardoor de zwemmers op een kluitje liggen terwijl ik een stok heb van 6 meter en in mijn rust kan drinken”.

Tactiek in open water is cruciaal en ook dat benadrukt Maarten. Hij praat over de Italiaan Valerio Cleri, die bekend staat als vechtersbaas in het open water, en dat Maarten tijdens een race in Wenen als doel had om niet als “watje” over te komen bij Cleri. Cleri beukt hem tijdens de race, maar Maarten geeft Cleri ook een beuk terug. Dat alles eigenlijk in het teken om maar goud te halen op die 21ste augustus 2008.

Intrigerend vertelt Maarten over zijn ziekte. “Ruim de helft van de mensen wordt getroffen door kanker. Ik vond het prettig om te weten wat mijn kansen op overleving waren. Dat gaf mij rust. Na heel lang gezeur en vragen kreeg ik mijn overlevingskans: 30 tot 50% afhankelijk van hoe ik de eerste week zou door komen” Meest ontroerend moment is wel als hij vertelt hoe zijn vader omging met Maartens’ ziekte. Zijn vader las het boek: “Hoe ga ik om met de dood van mijn zoon?”, naast het ziektebed van Maarten. Het is natuurlijk heel extreem, maar hij bereidt zich nou eenmaal voor op het meest slechte scenario.

Ondertussen worden wiskundige spinsels behandeld. Wilfried neemt op verzoek van Maarten de stelling van Pythagoras nog door en de niet zo bekende “laatste stelling van Fermand”. De sjoelbak wordt het populairste tijdverdrijf van de ex-zwemmer en de oud-cabaratier. Maarten vertelt dat hij tijdens zijn ziekbed op de “entertainmentzaal” vaak sjoelde. Hij was zelfs een van de beste en met een glimlach: “Eigenlijk was ik de master in sjoelen van de kankerafdeling”. Mooie grap over het sjoelen, tijdens de zoveelste pot tussen Maarten en Wilfried: “Maar ik denk niet dat ik een beter mens word van zoveel sjoelen”.

Eigenlijk moet je gewoon de uitzending terugzien op Uitzending gemist. Zeker de moeite waard, want zoals de titel wel doet vermoeden, duurt de uitzending slechts 40 minuten in plaats van 24 uur.
Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport