Gekortwiekte Nederlandse ploeg voor WK Zwemmen korte baan in Melbourne

Vrouwen

Valerie van Roon (50m vrije slag), Kira Toussaint (100 en 200m rugslag), Maaike de Waard (100m rugslag, 100m vlinderslag), Marrit Steenbergen (100 en 200m vrije slag, 200 en 400m wisselslag), Tes Schouten (100 en 200m schoolslag), Kim Busch (50 en 100m vrije slag), Silke Holkenberg (400m vrije slag), Imani de Jong (400m vrije slag) en Tessa Vermeulen (200m rugslag).

Mannen

Thom de Boer (50m vrije slag), Kenzo Simons (50m vrije slag), Stan Pijnenburg (100 en 200m vrije slag), Nyls Korstanje (100m vrije slag en 100m vlinderslag),  Luc Kroon (200, 400 en 800m vrije slag), Caspar Corbeau (100 en 200m schoolslag) en Thomas Jansen (400m wisselslag).

De opstelling van de estafettes wordt in Melbourne bepaald. De begeleiding op het WK bestaat uit: Mark Faber (hoofdcoach), Patrick Pearson (coach), Job van Duijnhoven (coach), Sjors Lommerts (teammanager), Conny van Bentum (arts), Patrick Martens (fysiotherapeut), Rienk Koeneman (fysiotherapeut) en Carlo van der Heijden (raceanalist). Bondscoach Mark Faber: “We reizen met een mooie ploeg naar Melbourne af. Wel hebben we er bewust voor gekozen op de individuele nummers alleen maar in te schrijven op de afstanden die op de langebaan ook op de Olympische Spelen op het programma staan. Daarom doen we niet mee op de 50 rug, 50 school, 50 vlinder en 100 wissel.”

Arno Kamminga

Over het niet meedoen van Arno Kamminga zegt Faber: “Arno en ik zijn na intensief beraad samen tot de conclusie gekomen dat hij Melbourne toch beter kan overslaan. Na de ‘kwakkelzomer’ van 2022 bleek hij – ook na zijn vakantie – onvoldoende hersteld om weer fris aan het nieuwe seizoen te beginnen. We hebben hem daarom ook niet meegenomen naar het eerste trainingskamp op hoogte in Flagstaff (VS) en ook niet naar de World Cup-wedstrijden in oktober.” Volgens Faber heeft Kamminga na de voor hem zo succesvolle Olympische Spelen van Tokio (zilver op de 100 en 200 meter schoolslag) een te druk najaar van 2021 gehad, met onder meer deelname aan de ISL-wedstrijden en het kortebaan-World Cup-circuit, plus ook nog eens een EK en WK kortebaan. Faber: “Omdat er in de zomer van 2023 ook nog een WK én een EK langebaan op de kalender stonden, heeft Arno achteraf gezien toch iets te veel wedstrijden gezwommen. Normaliter kan hij dat prima aan, maar op het WK in Boedapest was hij al niet topfit, toen hij er ook nog een Covid-besmetting overheen kreeg. Daar was hij waarschijnlijk onvoldoende van hersteld toen hij aan de start verscheen bij het EK in Rome.” In Rome eindigde Kamminga op de 100 meter schoolslag op een voor hem tegenvallende zevende plaats. Nadat hij met de Nederlandse estafetteploeg nog wel goud won op de 4x100 meter wisselslag mixed, trok Kamminga zich terug voor de individuele 200 meter schoolslag. Faber: “Arno is inmiddels weer hard op de weg terug naar zijn oude niveau waarmee hij mee kan doen om de medailles. Het doel is echter om nóg beter te worden en voor goud te gaan. In ons ‘winnende’ plan komt het WK korte baan in Melbourne – inclusief de zware reis en jetlag – nog net te vroeg. Daarom ligt de focus vanaf nu op de WK’s langebaan in Fukuoka (juli 2023) en Doha (februari 2024) en de Spelen van Parijs. Dáár moet en zal hij op zijn allerbest zijn!”