Arno Kamminga als derde naar WK-finale op 100 meter schoolslag

In de enige finale met Nederlandse inbreng op de eerste WK dag kwamen Marrit Steenbergen, Tessa Giele, Kim Busch en Valerie van Roon niet in de buurt van het podium. Dat was ook niet verwacht. Op de 4 x 100 meter vrije slag tikten zij als zevende aan na 3.38,18. Toen vierde Australië al de wereldtitel.

Nederland won van 2007 tot en met 2017 op elk WK een medaille op dit onderdeel. Op de 4 x 100 meter vrije slag was het NL Team in 3.37.56 na de series zesde. Het viertal, dat bestond uit Kim Busch 55.45, Marrit Steenbergen 52.99, Tessa Giele 54.43 en Valerie van Roon 54.69, speelde in de eindstrijd zoals verwacht geen hoofdrol. Het begin van Marrit Steenbergen was eigenlijk heel goed met een fraai persoonlijk record van 53.41. Haar beste tijd stond sinds 2015 op 53.97. Daarna volgden Tessa Giele met 54.49 en Kim Busch met 54.49. In haar eerste WK-finale als estafettezwemster sloot Valerie van Roon af met 54.81. De totaaltijd van 3:38.18 viel niet mee, omdat Brazilië toch geklopt had kunnen worden en Hongarije met slechts 0,02 seconde werd geklopt. Ten opzichte van de OS finale van Tokyo werd de afwezigheid van de dames Kromowidjojo, Heemskerk en Toussaint wel gevoeld. Australië greep voor de derde keer in vier WK's het goud. Met 3.30.95 was de ploeg 1,20 seconde sneller dan Canada. De vier van de Verenigde Staten moesten het doen met brons in 3:32.58.

Kamminga: 'Morgen lekker racen'

Kamminga, in Tokio winnaar van olympisch zilver achter de bij dit WK afwezige Adam Peaty, zwom in de series de snelste tijd, maar moest in de halve eindstrijd met 58,89 de levensgevaarlijke Nicolo Martinenghi, Italie, (58,46) en Nic Fink, USA (58,55) voor zich dulden. Caspar Corbeau redde het niet met 1.00,24, nadat hij ’s morgens met 59.94 wel hoopvol voor de dag kwam in de series. Hij eindigde als  dertiende.

Na de race vertelde Kamminga dat hij klaar is voor de finale van zondag. "Ik heb nog geen wedstrijd verloren hier en ga morgen lekker racen. Het wordt heel erg spannend. Dit is mijn eerste finale op een WK en ik ga voor meer."

Korstanje haalde de finale van de 50 meter vlinderslag niet. Hij werd met een tijd van 23,27 tiende in de halve finales en had voor kwalificatie bij de beste acht moeten zitten. In de series was Thomas Verhoeven met 26,64 23ste geworden.

Geen finale Steenbergen, vierde titel Ledecky

De 22-jarige Steenbergen kwam in de halve finales met 2.11,20 niet verder dan de tiende tijd. Ze had, mede dankzij een sterke rugslag, in de series 2.10,60 gezwommen en dat was maar liefst 1,62 sneller dan haar persoonlijk record. In de halve finales verloor zij juist terrein op de rugslag, waarna op de laatste 50 meter de pijp leeg was.

Internationaal

Léon Marchand veroverde in Boedapest goud op de 400 meter wisselslag. De nummer zes van de Spelen van Tokyo zwom met 4.04,28 de snelste tijd ooit op een WK en dook maar liefst 1,88 seconde onder het veertien jaar oude Europees record van László Cseh.

Katie Ledecky greep in Boedapest voor de vierde keer de wereldtitel op de 400 meter vrije slag. De wereldkampioene van 2013, 2015 en 2017 won in 3.58,15 en was daarmee 1,24 sneller dan de pas 15-jarige Summer McIntosh.