Veranderingen in technische staf topzwemmen KNZB

Mark Faber is benoemd tot bondscoach van de KNZB voor de senioren topzwemmers. Deze opdracht loopt tot en met de Olympische Spelen in 2024. Technisch Directeur André Cats: “Met Mark heeft de KNZB een ervaren en bewezen succesvolle coach op deze belangrijke positie gepositioneerd. Mark heeft aangetoond een zwemteam te kunnen begeleiden richting aansprekende mondiale resultaten”, aldus Cats. “Met een grotendeels vernieuwd zwemteam willen we ons de komende jaren nadrukkelijk laten gelden op mondiaal niveau. Een sterke leider is van groot belang op die route naar nieuwe successen. Als senioren bondscoach is Mark verantwoordelijk voor alle senioren nationale selecties en teams die deelnemen in het zwembad en open water. Mark maakt planningen voor de activiteiten, stelt begeleidingsteams samen, doet selectievoorstellen en is eindverantwoordelijk tijdens trainingsstages en toernooien.”

In het High Performance Centre (HPC) Amsterdam blijft Faber actief als hoofdcoach en draagt hij de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse begeleiding van een groep topzwemmers, met onder meer Arno Kamminga en Kira Toussaint. Hij werkt in Amsterdam samen met talentcoach Kees Robbertsen die een groep jongere zwemmers begeleidt binnen het HPC.

In het High Performance Centre in Eindhoven trainen vanaf dit seizoen twee groepen die zijn samengesteld uit een mix van elitezwemmers en aanstormende talenten. Een groep onder leiding van Thijs Hagelstein richt zich op de langere afstanden en een groep met Patrick Pearson aan het roer op de kortere afstanden. Technisch Directeur André Cats stuurt het gehele HPC in Eindhoven direct aan.

Projectcoach

Marcel Wouda heeft de verantwoordelijkheid voor het leiden van het programma in Eindhoven afgegeven en gaat verder als projectcoach. André Cats: “De nieuwe rol van Marcel is voortgekomen uit de wens die wij al langer hadden om verschillende projecten te starten op onderdelen waar we grote kansen zien, maar onvoldoende tijd voor vrij wisten te maken. Een voorbeeld daarvan is het ‘wisselslag 2032’ project. We willen wisselslagtalenten scouten, opleiden en trainen om uiteindelijk in 2032 een medaille te winnen op de Olympische Spelen van Brisbane. Met Marcel gaat de KNZB kennisontwikkeling bij coaches van zowel clubs als de KNZB-coaches van een grote impuls voorzien. Onze coaches moeten slimmer en deskundiger zijn dan collega’s in het buitenland. Dan zetten we onze sporters op een voorspong ten opzichte van de concurrentie. Marcel, met zijn enorme schat aan kennis en ervaring, gaat deze ambitie vormgeven.”

Henri Koek wordt, naast zijn coachtaken in het opleidingscentrum in Drachten, als bondscoach talentontwikkeling verantwoordelijk voor alle talentontwikkeling activiteiten van de KNZB en de resultaten op de diverse internationale jeugdtoernooien. Dit in nauwe afstemming met wegbereider Annemieke Beute. Koek geeft leiding aan de opleidingscoaches. Jeroen Rademaker is in 2022 de hoofdcoach voor het Europees Jeugd Kampioenschap, terwijl Henri Koek de EYOF-ploeg als hoofdcoach zal leiden.

Ingezette route

De KNZB continueert de ingezette route met Opleidingscentra (OC) Zwemmen. Zwemmers, veelal in leeftijd van 14 tot 18 jaar, kunnen parttime of fulltime in deze centra werken aan hun ontwikkeling tot topzwemmer. Jeroen Rademaker in Hengelo, Job van Duijnhoven in Amsterdam, Geert Janssen in Eindhoven, Harm Rozenga en Robin van Aggele in Den Haag en Henri Koek in Drachten gaan komend seizoen allemaal verder met het scouten en opleiden van nieuwe generaties talentvolle zwemmers.

André Cats tot slot: “Harm Rozenga gaat ook leidinggeven aan het OC dat gestart is in Rotterdam. De OC’s Rotterdam en Den Haag werken intensief samen en vallen allebei onder de verantwoordelijkheid van de Startgemeenschap Blue Marlins. Verder willen we binnenkort een bescheiden start maken met een OC in Amersfoort in samenwerking met de zwemvereniging ZPC Amersfoort. Uniek wordt in Amersfoort de integratie die zal plaatsvinden met het succesvolle para-zwemteam. Op het gebied van talentontwikkeling vinden we samenwerking met clubs van groot belang. Clubs zijn immers de basis van de topsportpiramide.”