Nieuws
17 augustus 2021
“Kleine zelfstandige” twijfelt na Tokio nog over zwemtoekomst

Voor Arjan Knipping was alles van de Olympische Spelen vanaf het begin in Tokio nieuw. De veelzijdige zwemmer was in zijn loopbaan niet ondergebracht in de KNZB-structuur van zoals dat nu heet, een High Performance Center (voorheen NTC). De grootste stap, die hij lang geleden maakte was de overgang van Livo (Lichtenvoorde in Gelderland) naar PSV (Eindhoven). Echt als “kleine zelfstandige!”
Hij was voor Team NL de eerste zwemmer, die meteen moest bewijzen hoe het met de vorm gesteld was. “Meteen aan de slag op de eerste zwemdag. Ik had geen idee wat het zou worden. Ik vond het best lastig om als eerste te beginnen. Ik had heel goed getraind met de Nederlandse ploeg in Chiba, waar ik werd begeleid door Patrick Pearson. De vorm was er. En ook het zelf vertrouwen.”
Eerste nummer
Het allereerste nummer was de 400 meter wisselslag persoonlijk, de afstand waarop hij dankzij zijn tweede plaats in de series bij de wereldkampioenschappen in Gwangju op 28 juli 2019 zijn Olympisch ticket had verdiend. Toen had hij op de 200 wissel de sfeer al geproefd en had hij ook een afgewogen race plan in zijn hoofd voor de dubbele afstand. En dat vervolg klopte in Zuid-Korea helemaal met een NR van 4.13.46.
“Nu ging ik hard van start (56.91), misschien wel iets te hard zoals ik later voelde. Het was natuurlijk wel mijn beste seizoenstijd (4.15.83) en ik merkte wel dat ik voldoende op snelheid had getraind. Daarom was ik blij dat ik ook op de 200 meter mocht starten. Maar echt tevreden over het verloop van mijn eerste start was ik niet.”
Olympisch avontuur
Knipping, inmiddels 27 jaar, heeft wel heel erg genoten van zijn Olympisch avontuur. “Het was natuurlijk nieuw, maar ik heb vier jaar geleden mee mogen doen met de Universiade in Taipei in 2017. Eigenlijk de Olympische Spelen voor studenten met toen ook een openingsceremonie en binnenkomst van de ploegen in een stadion. Ook een toernooi met veel verschillende sporten en nagenoeg dezelfde omstandigheden, zoals een gezamenlijk busvervoer en de internationale eetzaal voor de maaltijden.” Bij zijn eerste grote toernooi bracht de aankomend wisselslag specialist uit de Achterhoek het tot de halve finales van de 200 wissel en zwom hij de 200 school en 400 wissel (11-de in een pr van 4.23.25).
Een Olympisch toernooi zoals in Tokio was natuurlijk heel anders, maar het was in ieder geval niet helemaal nieuw voor de Gelderland geboren zwemmer. Wel nieuw was zijn gezinssituatie. “Ja, ik miste in Tokio mijn vrouw Mandy en beide dochters Nora en Vera. “Gelukkig hebben we veel telefonisch contact gehad en videobellen gedaan. Als je dan de kinderen hoort en ziet is dat een bijzondere gewaarwording als ze jou zien en ‘papa’ roepen. Dat is een hele gewaarwording .” Het heeft mijn prestaties niet beïnvloed dat ik slechter ben gaan zwemmen.”
Bij thuiskomst was wel een van de eerste uitstapjes met het hele gezin naar een kinderboerderij gaan en genieten van elkaars gezelschap. Daarna was er de tijd om alles eens goed te overdenken hoe hij Tokio beleefd had. Zoals zijn tweede nummer, de 200 meter wisselslag, die hij mocht zwemmen hoewel hij de officiële limiet niet had gehaald. Met die beslissing van TD André Cats was hij het natuurlijk eens, omdat hij juist op deze afstand steeds gestrand was in zijn poging de 2 minuten grens te doorbreken.
200 meter wisselslag
“Ik voelde dat er meer in zat, dan er uit gekomen was op de 400 meter. Het was nu gewoon ‘de knop omzetten’, want ik had de snelheid. Het zwemmen ging heel lekker en het was heel fijn na zo’n goeie race ook een goeie tijd op het scorebord te zien na het aantikken. “Een dik pr. Toen ik de 1:59.44 op het scorebord zag kon ik echt zeggen: “Hier heb ik voor getraind en het is niet voor niet geweest.” Knipping is nu op beide wisselslagnummers net als zijn voorganger Marcel Wouda Nederlands recordhouder. Hoe zijn zwemtoekomst er nu uitziet? Daarvan zegt hij: “Ik weet het gewoon nog niet, daar moeten we het thuis nog eens over hebben. Ik ga graag door, maar dan moet het thuisfront wel achter mij staan!”
Als hij blijft trainen en zwemmen is dat niet onder leiding van Geert Janssen. Zijn steun en toeverlaat van de laatste vier jaar ambieert in Eindhoven een andere trainersfunctie dan de afgelopen seizoenen.