Nieuws

05 december 2025

Superieure Marrit Steenbergen imponeert in Lublin

Marrit Steenbergen grossiert op het EK kortebaan in Lublin in medailles.

Twee onderdelen winnen tijdens één finalesessie was nooit eerder bij een EK kortebaan vertoond door een Nederlandse deelnemer. Die historische prestatie leverde Marrit Steenbergen met haar gouden races op de 100 meter wisselslag en de 200 meter vrije slag. Ze deed dat in stijl met twee Europese records. Bovendien was er een derde medaille (brons) op de 4 x 50 meter vrije slag estafette gemengd.

De 56,26 van Marrit Steenbergen op de 100 meter wisselslag was ruim een seconde sneller dan ze ooit was geweest op dit nummer. Haar PR van 57,32 dateerde van de Wereldbekerwedstrijden in Toronto op 23 oktober van dit jaar. Zij passeerde daarmee bovendien de 56,51 die de Hongaarse grootheid Katinka Hosszú in 2017 noteerde. Steenbergen, die in zowel de series als de halve finales de snelste was geweest met tijden onder de 58 seconden, keerde in de finale als derde na de eerste 25 meter (vlinderslag). Tessa Giele leidde daar nog de dans. Maar Steenbergen nam met de rugslag het heft in handen en gaf die niet meer af.

De Vlaamse Roos Van Otterdijk finishte in Lublin in 56,80 als tweede en het brons ging met 57,17 naar Anastasia Gorbenko uit Israël. Giele bleef met 57,73 op de vijfde plaats steken. Voor de 25-jarige Steenbergen was het niet haar eerste eremetaal op dit onderdeel. Al in 2015 haalde zij als schuchtere tiener EK-brons op de 100 meter wisselslag en in 2022 zelfs goud op de WK.

Geweldige vorm

Een uur later was het de vraag of Steenbergen opnieuw kon schitteren op de 200 meter vrije slag, waarop zij vier jaar geleden de snelste was in de Russische stad Kazan. Alsof het haar eerste start was, demonstreerde ze haar geweldige vorm door ook in deze  finale een Europees record neer te zetten. Met haar winnende 1.50,33 bleef ze bijna twee seconden onder haar persoonlijk record en ook precies een tiende onder het ook al acht jaar oude Europese record van de Zweedse alleskunner Sarah Sjöström.

De Britse Freya Colbert was in de halve finales met 1.51,94 ruimschoots de snelste geweest. Ze kopieerde die prestatie in de finale tot op de honderdsten, maar meer dan brons leverde het haar niet op. Minna Abraham tikte als tweede aan, maar met 1.51,47 kon ook de Hongaarse de ogenschijnlijk ongenaakbare Steenbergen niet bedreigen.

Brons op 4 x 50 meter vrije slag voor gemengde ploegen

Op de 4 x 50 meter vrije slag voor gemengde ploegen verscheen Steenbergen voor de derde keer deze avond op het startblok. Ze dook na Brandon van den Berg en Sean Niewold als derde in het water en hield voor Oranje de vierde plaats vast. Slotzwemster Valerie van Roon hielp Nederland een plaatsje op te schuiven en stelde brons veilig (1.28,42). Het goud ging naar Italië, dat met Sara Curtis - net als gisteren bij de 4 x 50 meter wisselslag gemengd - als fenomenale slotzwemster zelfs een wereldrecord op de klokken bracht: 1.27,26. Hongarije pakte met 1.28,04 het zilver.

Maaike de Waard plaatste zich voor de finale van de 100 meter rugslag, het nummer waarop de kort geleden gestopte Kyra Toussaint de afgelopen drie EK's kortebaan domineerde. De 29-jarige De Waard tikte in haar halve finale als derde aan in 57,26 en daarmee bleek de winnares van het zilver in 2021 de zesde tijd te hebben neergezet.

Tessa Giele bereikte als zevende de finale van de 100 meter vlinderslag. Haar 56,85 was ruim voldoende om zich bij de beste acht te kwalificeren, maar de nummer twee van de WK van vorig jaar bleef ver verwijderd van de beste vier die stuk voor stuk minder dan 56 tellen nodig hadden.

Corbeau als tweede naar eindstrijd 200 meter schoolslag

Bij de mannen maakte Caspar Corbeau zijn faam waar op de 200 meter schoolslag. Corbeau, die sinds 26 oktober niet alleen houder van het wereldrecord is (1.59,52), maar ook de enige man ter wereld een tijd binnen de twee minuten, had geen problemen om zich via de halve finales voor de eindstrijd te plaatsen. Daarin slaagde ook Arno Kamminga.

Titelhouder Corbeau eindigde in zijn halve finale in 2.01,93 als tweede achter de Spanjaard Carles Caol Marti, die twee honderdsten eerder finishte. Beiden waren ruim een tel sneller dan de rest van de halvefinalisten. Kamminga noteerde met 2.04,32 de achtste tijd en dat was voor de Europees kampioen van 2019 en nummer drie van twee jaar geleden net genoeg voor een plaats in de finale.

 

Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport