Thomas Jansen evenaart NR kortebaan op 400 wissel

Met zijn record sloot Jansen een seizoen af met WK kb in december 2022, WK lange baan in Fukuoka en nu dus drie belangrijke wedstrijden in december. Dat hij het record zwom verbaasde de kersverse recordhouder toen hij zondagavond terugkeerde in Eindhoven, waar hij traint bij de ZwemAcademie van coach Geert Jansen. “Dit had ik niet verwacht. Voor de EK was ik niet specifiek voorbereid en was ik als achtste geplaatst voor de 400 wissel. Uiteindelijk kwam ik in Otopeni als eerste uit de series en dus op baan vier in de finale. Ik wist dat de andere finalisten veel harder zouden gaan, maar toch probeerde ik die gasten bij te houden. Ik ging helemaal op een hoop en zwom dus niet mijn eigen race.”

Na thuiskomst uit Roemenië trainde hij dinsdag al weer drie kwartier. Vervolgens ging hij meedoen met de NK in Den Haag. Van extra rust was geen sprake. In het Haagse Hofbad was al snel duidelijk dat zijn vorm niet had geleden onder de vermoeienissen bij de EK korte baan. Dat bewezen zijn prestaties op de 200 vlinder (1.55,86) en de 200 wissel  (1.55,89).

Terugblikkend zegt Jansen: "De reeks van drie wedstrijden in de afgelopen maand heb ik super kunnen afsluiten met 3 dikke PR’s en de evenaring van het NR op de 400 wissel."

De nieuwe recordhouder vindt het best gaaf, dat Marcel Wouda ruim een kwart eeuw geleden wereldrecords zwom, waaronder de 4.05,41 bij een World Cup wedstrijd in Parijs. "Ook nu is het met de feestdagen in het vooruitzicht geen vakantie. Alleen als het zwembad met de Kerstdagen dicht is wordt er niet getraind. De voorbereiding op de WK in Doha (februari) laat dat niet toe. Op Kerstavond hebben we wel vrij.”

Sommeling, Hendriks en De Groot

Bij de mannen was Bart Sommeling net als een jaar geleden goed op dreef. Zijn winnende 200 (1.44,60) en 400 vrij (3.46,36) betekenden persoonlijke records. Op de 200 meter rugslag ging de winst naar Raf Hendriks, die na een verloren jaar in de Verenigde Staten knap opnieuw van de partij was met 1.55,26 (vorig jaar 1.56,12) en met die tijd derde staat op de Nederlandse ranglijst aller tijden achter Nick Driebergen (1.53,08 in 2010) en Klaas Erik Zwering (1.54,52 in 2002). Op de 100 meter moest Hendriks het afleggen tegen Jay de Vries, die 0,01 sneller was met zijn 53,46.
Uitzonderlijk goed was de situatie op de 100 meter schoolslag. De 19-jarige Koen de Groot profileerde zich bij de EK korte baan als derde Nederlander achter Kamminga en Corbeau. Hij zegevierde in Den Haag met 57,27 (serietijd 57,85) en verbeterde daarbij het kampioenschapsrecord dat met 58,01 op naam stond van Kamminga (2022).

Ook Thomas Verhoeven (Feijenoord Albion Zwemclub) behoorde tot de deelnemers. Hij liet merken dat de concurrentie met hem rekening dient te houden. Op zijn favoriete 50 meter vlinderslag vestigde hij met 22,75 een kampioenschapsrecord. Hij klopte daarbij de winnaar van de 100 meter vlinderslag Sean Niewold en nieuwkomer Michael Smink.
Niewold kon toch tevreden zijn over zijn NK met drie maal goud: 50 vrij (21,64), 100 vrij  (47,92) en 100 vlinder (52,07). De langste afstanden waren een prooi voor Merlin Belmon: 800 vrij 7.07,97 en 15.10,47.
Ensger Kotterink (Feijenoord Albion Zwemclub) en geboortejaar 1994 bewees dat hij terecht de beste allrounder is op ‘zijn’ 100 meter wisselslag (54,45). Wellicht is de 11 jaar jongere Domingo Kuipers (54,77) zijn opvolger. 

Uitslagen en statistieken vind je op https://livetiming.knzb.nl/nkkb2023/