Omvang van Olympische ploeg afhankelijk van estafettes

Over de stand van zaken voor Olympische uitzending is nog weinig zinnigs te zeggen. Op grond van hun prestaties bij de WK 2019 en de Swim Cup Amsterdam 2019 hebben zes mensen voldaan aan de kwalificatie: Arno Kamminga (100 en 200 school), Jesse Puts (50 vrij), Arjan Knipping (400 wissel), Femke Heemskerk (50 en 100 vrij), Ranomi Kromowidjojo (50 en 100 vrij) en Kira Toussaint (100 rug). Gekwalificeerd zijn tevens de 4 x 100 wissel en 4 x 100 vrij bij de vrouwen en een wisselslagkwartet Mixed

De vrouwen

De bezetting van twee damesestafettes is nog niet compleet. Voor de 4 x 100 vrij heeft Maud van der Meer (54.73) voldaan aan de gemiddelde prestatie-eis bij het officiële meetmoment van de Amsterdam Swim Cup. Kira Toussaint liet bij World Cupwedstrijden in Doha eveneens merken in de markt te zijn met 54.48. Marrit Steenbergen deed bij de Hengelo Long Course Challenge in augustus van zich spreken met 54.69. De botsing bij het eerstvolgende kwalificatiemoment zal uitsluitsel geven, want Marjolein Delno, Kim Busch en Robin Neumann zijn natuurlijk ook in de race!Voor de

50 meter vrije slag persoonlijk (OS-norm 24.78) gelden Tamara van Vliet (PR 24.64) en Kim Busch (24.67) eveneens als bedreiging voor Femke Heemskerk (kwalificatietijd 24.77).

Alles is afhankelijk van het omgaan met spanning, de wil om met een ploeg een bijzondere prestatie neer te zetten en een wedstrijd, die het allemaal mogelijk maakt

Schoolslag sleutelafstand in wisselslag estafette

Bij de Long Course Challenge in Hengelo van augustus jongstleden verraste Maaike de Waard met een enorme opleving op de 100 meter rugslag. Een veranderde aanpak in de training bij Patrick Pearson leidde tot 1.00.02 en nu is de Olympische limiet (59.90) een reële optie.

Dan is er de schoolslag. In april 2009 kwam Tes Schouten bij de Swim Cup in Den Haag uit op 1.06.96, een Nederlands record. De kwalificatie-eis (1.07.11) voor Tokio zou geen probleem hoeven te zijn is dan de redenatie. Maar de zwemster zal dat toch allemaal zelf moeten doen en niet de rekenmeesters op papier. Voor de wisselslag estafette is zij een belangrijke sleutelfiguur, maar zo denkt ook Rosey Metz erover. In Gwangju (Zuid-Korea) proefde zij op de 50 meter in de halve finale van het internationale niveau. Maar de echte smaak moet zij te pakken krijgen op de 100 meter (PR 1.08.58). De WVZ-zwemster voelt zich minder goed thuis bij OC’s of HPC’s en daarom koos zij dit seizoen voor de aanpak met coach Sven Jaeger bij WVZ.

Na jaren van voorspoed op de 100 meter vlinderslag is het nu voor Nederlandse toppers lastig om deze specialiteit binnen de aanvaardbare 58 seconden af te leggen. Kinge Zandringa (58.64 bij de EK 2018 in Glasgow) en Ranomi Kromowidjojo (58.77 bij wedstrijden in 2019 in het Chinese Guangzhou) zijn de kandidaten voor de vlinderslag in de wisselslag estafette, waar ook Kim Busch (PR 59.12) voor genoemd kan worden. Voor Tokio is 58.49 de bepalende tijd.

De mannen

Altijd wordt de kwalificatie rond Olympische zwemtoernooien omgeven door grote spanning en menigmaal werd de omvang van een ploeg bepaald door het aantal estafettes. Voor Tokio 2021 is dat niet anders. Bij de mannen was Nederland in Zuid-Korea niet vertegenwoordigd op de 4 x 200 meter vrije slag en 4 x 100 meter wisselslag bij de heren. De vier zwemmers op de 4 x 100 meter vrije slag waren kansloos ofwel het Olympisch vuur brandde totaal niet. Polen kwalificeerde zich in Gwangju als twaalfde in 3.14.78, Nederland spoelde als zestiende en voorlaatste aan in 3.15.77.

Geldt de slogan ‘Niets is onmogelijk’ deze keer ook in Nederland?

Brandt het Olympisch vuur op de 4 x 100 vrij?

Om alsnog een Olympisch ticket te verdienen wordt er misschien wel het onmogelijke verwacht omdat er nu strenge kwalificatie-eisen zijn, waar bij de Swim Cup Amsterdam in december 2019 bij lange na niet aan voldaan werd. Een kwartet moet nu gezamenlijk bij de kwalificatie opgeteld een tijd van 3 minuten 16 seconden kunnen zwemmen, een gemiddelde van 49 seconde per zwemmer. Individueel zou er op z’n minst 49.49 op de klokken moeten komen.

Bij de EK van Boedapest in mei 2021 ligt een kans voor Nederland. Op de korte baan zijn hoopgevende tijden geproduceerd met de heren Nyls Korstanje (47.03), Jesse Puts (47.34 en 47.45), Kyle Stolk (47.69 en 47.60), Luc Kroon (2x 47.61), Maarten Brzoskowski (47.77) en Kenzo Simons (47.90). Omgerekend naar de 50 meterbaan moeten tijden van laag in de 49 en hoog in de 48 seconden mogelijk zijn. Gangbaar is een omgerekend verschil van 1,8 tot 2 seconden per 100 meter.

Niets is onmogelijk

Stolk heeft een PR van 48.53 (Swim Cup april 2019), Korstanje 48.87 (EK Glasgow 2018) en Pijnenburg 48.95 (Hengelo Challenge 2020). Puts – genomineerd voor Tokio op de 50 vrij – heeft een PR van 49.05. Voor de lockdown in maart van dit jaar klokte Kenzo Simons in Antwerpen dit jaar 49.67. Brzoskowski’s beste tijd is 49.85 en deze dateert van Antwerpen 2019. Luc Kroon zwom enkele maanden terug in Hengelo 50.10. Aan de overkant van de oceaan, is de slogan “Niets is onmogelijk” bij Olympic Trials leidend. Deze keer ook in Nederland?

Vorig jaar ontbrak Nederland op de 4 x 200 vrij in Gwangju, waardoor de Nederlandse mannen geen kans kregen zich te manifesteren. Bij de Swim Cup in Amsterdam (een jaar geleden) was het kommer en kwel met weinig uitzicht om te voldoen aan de kwalificatie-eis van 7.08.45) of vier opgetelde tijden (7.10.55). Het gemiddelde van 4 tijdsnelsten (1.47.64) of de minimale individuele prestatie-eis (1.48.50) kwamen evenmin in beeld.
Hoe de vier belangrijkste kandidaten er nu voor staan, daar is bij gebrek aan wedstrijdtijden geen zicht op: Maarten Brzoskowski, halve finalist in Gwangju, heeft als beste tijd 1.46.62 (juni 2019), Kyle Stolks PR van 1.47.45 is van drie jaar geleden, Stan Pijnenburg heeft een PR van 1.48.64 (Den Haag 2019) en de jonge Luc Kroon bevestigde dit jaar in juli zijn opgaande lijn met 1.48.64.

Individuele kanshebbers

En persoonlijke limieten? Misschien Caspar Corbeau, die aspiraties heeft op de 100 en 200 meter schoolslag. De student aan de Universiteit van Texas was voor Nederland de laatste jaren succesvol bij de EYOF 2017 en de EJK 2018 en 2019. Hij woont in de Verenigde Staten, maar zijn vader Jim was in de jaren tachtig van de vorige eeuw lid van de Nederlandse ploeg en EK-deelnemer in Rome 1983! De 50 meter vrije slag staat op het verlanglijstje van niet alleen Jesse Puts (PR 21.92) en twaalfde in Gwangju. Er zijn nog drie gretige sprinters: Kenzo Simons, Thom de Boer en Nyls Korstanje. Als zij naar de EK worden afgevaardigd dan valt de beslissing pas bij de EK in Boedapest in mei 2021.

Mixed estafette

En dan is er nog de 4 x 100 meter wisselslag mixed estafette! Vorig jaar in Gwangju dwong Nederland Olympische kwalificatie af in de bezetting Kira Toussaint, Arno Kamminga, Mathys Goosen en Femke Heemskerk. De bezetting van de as school/vlinderslag lijkt voor de mannen te zijn en daarom is er spanning op de vlinderslag. Bij de Swim Cup Amsterdam kwam Joeri Verlinden met zijn 52.32 heel dicht bij de vereiste 52.19. De tegenstand komt van Nyls Korstanje, die enorme progressie maakt op de korte baan tijdens de HPC Trainingswedstrijd op 17 oktober in Amsterdam.

Alles is afhankelijk natuurlijk van het omgaan met spanning, de wil om met een ploeg een bijzondere prestatie neer te zetten en een wedstrijd, die het allemaal mogelijk maakt.

Deel dit artikel