Altijd op zoek naar het hoogst haalbare

Tim Korstanje streeft altijd naar het hoogst haalbare. Twee jaar geleden behaalde hij op het NJJK op bijna alle afstanden goud, maar toch bleef die ene afstand hangen waarop het niet lukte. Hij waakt er sindsdien voor dat het perfectionisme niet zijn valkuil wordt: “Ik probeer er aan te werken om ook de positieve zaken te blijven zien.”

Voordat hij op zijn zevende voor zwemmen koos, had Tim al de nodige andere sporten uitgeprobeerd: tennis, turnen, basketbal, voetbal en hardlopen. Dat de keus op zwemmen viel, was geen toeval. “Ik heb van mijn tweede tot mijn vijfde in de VS gewoond en ik zat daar samen met mijn vier jaar oudere broer Nyls al in een zwemteam. Dat vond ik leuk, ik voelde me thuis in het water. Mijn ouders hebben me echter bewust ook andere sporten laten proberen, omdat Nyls ook al zwom. Ze wilden dat ik een onafhankelijke keus zou maken voor de sport die ik leuk vond en dat heb ik ook gedaan.”

PR’s verbeteren

Tim kan goed aangeven wat hem als kind al aansprak bij zwemmen. “Ik vond van jongs af aan het gevoel van water om me heen prettig. Daarnaast vond ik het leuk om wedstrijden te zwemmen en om steeds mijn PR’s te verbeteren.” Hij werd lid van de Nijmeegse Zwemvereniging Aqua-Novio ’94, de vereniging waarvoor hij nog steeds uitkomt.

Tim herinnert zich uit de begintijd vooral dat hij vaak voorafgaand aan een wedstrijd erg zenuwachtig was. “Ik vond het heel spannend om een wedstrijd te gaan zwemmen en had vaak twintig minuten van tevoren mijn badmuts al op. Als ik echter eenmaal in het water lag, waren de zenuwen meteen over.”

Bijzondere prestatie

Hij kwam tot de ontdekking dat hij talent had, toen zijn trainer Tim Furer een groepje samenstelde van miniorentalentjes en Tim daar ook deel van mocht gaan uitmaken. De definitieve bevestiging kwam tijdens een bijzondere race in 2014 bij de Pieter Cup. Tim was inmiddels 11 jaar en stond aan de start bij de 100 vrij. Een afstand waarop zijn broer Nyls vier jaar eerder tijdens de Gelderse kampioenschappen een bijzondere prestatie had geleverd door het destijds 21 jaar oude record voor 11-jarigen van Pieter van den Hoogenband en Maarten van der Weijden met bijna een seconde te verbeteren: 1.03.28 in plaats van 1.04.14. In dezelfde race in 2014, waaraan ook 12-jarigen mochten deelnemen, kwam ook de 12-jarige Bryan Achterdenbosch aan de start. Bryan bleek uiteindelijk te sterk, maar Tim eindigde niet alleen als tweede, maar verbeterde ook het Nederlands record van Nyls voor 11-jarigen met nog eens ruim een seconde: 1.02.18 in plaats van 1.03.28. “Voor Nyls was het wel heftig, want het was destijds zijn eerste Nederlands record en nu amper vier jaar later was hij het al kwijt. Hij vond het overigens wel leuk dat het record in de familie bleef.” Tim heeft wel een verklaring voor zijn goede tijd: “Ik had veel zin in de race en wist dat ik met Bryan een sterke concurrent had. Hoewel hij een jaar ouder was, kon ik hem echter tot 80 meter goed bijhouden.”

NJJK

In 2015 nam Tim als 12-jarige voor het eerst deel aan een NJJK, in het Amsterdamse Sloterparkbad. “Ik vond het cool dat ik daar tegen de beste jongens van mijn leeftijd mocht zwemmen. Tegelijkertijd wilde ik echter ook presteren. Daarom hakte het er best in toen ik op de 200 vrij op eenhonderdste tweede werd. Ik was boos op mezelf. Toch heb ik voor de rest een goed toernooi gezwommen, zodat ik na afloop toch tevreden kon terugkijken. Wel motiveerde die honderdste me om nog harder te gaan trainen.”

Het jaar erna, in 2016, gebeurde het echter opnieuw: weer eindigde Tim op een afstand – ditmaal de 100 school – als tweede op eenhonderdste. “Dat hakte er nog dieper in. En ik was nog bozer op mezelf. Tegelijkertijd stimuleerde het me om in trainingen nog iets extra’s te geven.” Ook keek hij kritisch naar de bewuste race: “Achteraf realiseerde ik me dat ik best rustig van start ging. En dat ik het daar misschien heb laten liggen, omdat ik in het laatste deel nog relatief hard terugkwam. Sindsdien durf ik ook feller te openen.”

Elf afstanden winnen

Op zijn derde NJJK, in 2017, stelde Tim zichzelf een bijzonder doel: goud op alle elf afstanden waarop hij uitkwam. Dat lukte op een haar na: “Ik eindigde als eerste op alle afstanden, maar werd gedist (gediskwalificeerd – red.) op de laatste afstand, de 200 wissel, omdat ik een fout zou hebben gemaakt in de onderwaterfase van de schoolslag. Ik vond het onterecht en was best van slag omdat het me nu niet lukte om mijn doel – elke afstand goud op een NJJK – te halen.” Het brengt hem bij zijn valkuil: Tim is soms te perfectionistisch. “Ik realiseer me dat dat niet altijd goed is en probeer er aan te werken om ook de positieve zaken te blijven zien.”

Tim ziet als zijn sterkste punt dat hij goed naar een race kan toeleven: “Ik visualiseer in mijn hoofd vooraf wat ik in de race wil doen. Vervolgens probeer ik in het water de perfecte race te zwemmen.” Zijn zwakste punt is dat hij naar eigen zeggen nog teveel naar zijn concurrenten kijkt. “Ik ben dan geïmponeerd en denk ‘wow, die zwemt echt hard!’. En realiseer me niet dat ik zelf ook hard zwem.” Dat geïmponeerd worden werkt bij Tim naar twee kanten: “Soms blokkeert het me, soms motiveert het me.”

Sprinter

Tim is een echte sprinter: “Ik vond het sprinten altijd al snel en vet. Bovendien haalt het het maximale uit jezelf. Lange afstanden daarentegen heb ik altijd saai gevonden. Je moet dan ook heel erg nadenken hoe je je race wilt indelen.”

Zijn broer Nyls is een inspiratie voor Tim. “Als ik een dip had na een training of wedstrijd, trok hij me vaak er door heen. Daarnaast was hij ook op jonge leeftijd al goed. Hij geeft me ook regelmatig goede tips, bijvoorbeeld over op welk punt in een 100 meter vlinder je moet versnellen en hoe je zo’n race moet indelen.”

Ook Tim Furer, de 23-jarige trainer bij Aqua-Novio ’94 waarmee Tim al vanaf het begin samenwerkt, is belangrijk voor hem: “Hij kent me heel goed en weet precies wat wel en niet bij mij werkt. Zowel op het gebied van techniek als mentaal. Een trainer moet bij mij enerzijds streng zijn en goed weten wat hij doet, maar anderzijds ook openstaan voor verandering en humor hebben. Daarnaast is het een voordeel dat hij ook zelf als zwemmer op nationaal niveau heeft gezwommen.” Tim vindt de vlinderslag de mooiste slag: “Omdat het best snel gaat en omdat je er best soepel voor moet zijn.” Zelf denkt hij echter dat hij op de vrije slag sportief verder kan komen. Daarnaast is ook de wisselslag een optie: “De 100 wissel gaat ook al best goed.”

EYOF

In 2018 nam Tim deel aan de vervangende EYOF in Riga, waar hij op drie afstanden uitkwam: de 50 en 100 vrij en de 100 school. Het leverde hem twee tweede plaatsen op bij de 50 vrij (0,02 boven PR) en de 100 school (met een PR). Op de 100 vrij werd hij achtste, maar wel met een PR. Dit jaar kwalificeerde hij zich voor de ‘echte’ EYOF in Baku, waar hij uitkwam op de 50 en 100 vrij en de 100 vlinder.

Omdat hij altijd streeft naar het hoogst haalbare, is voor Tim de Olympische Spelen het ultieme doel. Gezien zijn leeftijd focust hij daarbij op 2024, daar waar zijn broer Nyls een serieuze kandidaat is voor de Spelen van Tokyo volgend jaar. Tim gaat in dat geval zeker mee met de rest van de familie naar Japan. Het is overigens niet zijn eerste bezoek aan de Spelen: “In 2012 zijn we met de familie naar de Spelen van Londen geweest en hebben we de zwemwedstrijden gezien. Dat heeft veel indruk op me gemaakt. Ik dacht: daar wil ik ook zwemmen!”

Deel dit artikel