Nieuws

14 november 2008

Kimberley Albers, specialiste op ontdekkingsreis

Onlangs publiceerde het AD/Rotterdams Dagblad een artikel over rugslagspecialiste Kimberley Albers. Het is geschreven door Walter Tempelman.

Paspoort

Naam: Kimberley Albers
Geboortedatum: 24 oktober 1992
Woonplaats: Rotterdam
Opleiding: 4 havo, Melanchton College
Club: ZV Vlaardingen (eerder LAC Rotterdam)
Prestaties: 3 maal Nederlands kampioen korte baan 2007 bij de junioren (50m., 100m. en 200m. rugslag), 2 maal Nederlands kampioen lange baan 2008 bij de junioren (50m. en 100m. rugslag).
Droom: medaille halen op de Olympische Spelen
Voorbeeld: Michael Phelps
Sterke punt: (onderwater)techniek
Zwakke punt: kracht

Haar zestiende verjaardag ligt nog maar een week achter haar, maar eenmaal in het water telt leeftijd niet meer en mengt Kimberley Albers zich tussen de Nederlandse top. De Rotterdamse geldt als één van de grote talenten op de rugslag. Niet voor niets pakte ze dit jaar twee nationale titels op de Nederlandse Kampioenschappen lange baan. “En ik zwom er twee limieten voor de EJK”, haast Albers zich er achter aan te zeggen. Want meer nog dan de jacht op titels of medailles gaat het bij het zwemmen om de limieten te halen voor de echte grote toernooien.

Op de afgelopen Europese Jeugd Kampioenschappen in augustus wist Albers zich niet te kwalificeren voor de finales op de 50m. en de 100m. rugslag, maar de jonge zwemster ontdekte alvast hoe het er aan toe gaat bij een grote titelstrijd. “Ik heb al kunnen proeven hoe een topper leeft en traint. Hotel in en uit, zwembad in en uit. En weinig tijd om iets anders te doen dan zwemmen, trainen en rusten. Dat klinkt vervelend, maar als ik een topper wil worden, weet ik dat ik zo moet leven.” Albers nam de aparte sfeer om tussen even talentvolle landgenoten uit andere landen te zwemmen goed in zich op. “Ik dacht dat ik heel zenuwachtig zou zijn, maar dat viel erg mee. Het was gewoon heel leuk. Na afloop hebben we badmutsen geruild, net zoals voetballers shirtjes ruilen ja!”

Als ze naar haar (internationale) concurrenten kijkt, is ze nog wel eens verwonderd over zoveel fysieke kracht. Tegenstanders hebben armen als havenarbeiders en spieren van staal, Albers is de souplesse-zwemster. “Soms heb ik de neiging om geïmponeerd te raken, maar als ik naar de uitslagen van die meiden kijk, weet ik dat het nergens voor nodig is.” Nederland is een zwemland, waarbij kracht niet boven alles gaat. De talenten trainen op techniek, analyseren video’s van zichzelf en prikken lactaat om een optimale trainingsbelasting te bepalen.


Kimberley Albers met NR-houder Nick Driebergen tijdens de EK in Eindhoven.

In december mag de scholier zich bewijzen op de Swim Cup in Eindhoven en op de NK korte baan. Op de startblokken naast haar staan dan niet meer alleen leeftijdgenoten. “Het gaat vanaf december voor het echie, tussen de senioren. Dat is best spannend, maar ik weet dat ik het kan. Ik kom nu al in de buurt van de tijden van de topsenioren.” Ook nu is het doel weer om limieten voor het EK te zwemmen. Enkele jaren geleden had ze nog nooit van limieten gehoord, tot ze zich opeens plaatste voor de NK. “Ik kwam heel verbaasd uit het water. Het bleek dat ik echt talent had op de rugslag. Sindsdien ben ik er vol voor gegaan. Ik ben van LAC naar ZV Vlaardingen gegaan en kwam in regioselecties en kernploegen terecht.”

Het grote doel in de zwemcarrière van Albers, die vooral uitblinkt op de korte nummers bij de rugslag, is om medailles te halen op de Olympische Spelen. Peking heeft ze van minuut tot minuut gevolgd. Van de sublieme Michael Phelps tot de Nederlandse teleurstellingen. “Ik heb ongeveer hetzelfde programma gevolgd als de Nederlandse toppers, omdat de EJK ook in augustus waren. En ik had hetzelfde probleem: verkeerd gepiekt.” Wat Albers verder opviel, was de vele nieuwe zwemmers en de introductie van de supersonische zwempakken. Een ontwikkeling waar ze zich tegen wil en dank mee bezig houdt. “Het materiaal is belangrijk geworden. Eigenlijk vind ik het jammer dat er zo’n pak bestaat, want het gaat niet puur om het zwemmen. Om de wedstrijden eerlijker te laten verlopen, moet iedereen misschien maar in hetzelfde pak gaan zwemmen.”

Ondanks de overtuiging dat de techniek het altijd zal winnen van meer of minder belangrijke bijzaken, komt er binnenkort meer en meer krachttraining op het programma. Albers: “Ik weet dat het nodig is om beter te worden, maar ik blijf ook trainen op mijn techniek. Goed doorhalen, schouders roteren en mijn onder watertechniek verder perfectioneren.” En dus blijft de wekker om 5.30 uur gaan en is er ’s avonds ook vaak nog een uurtje in het water ingepland. “Klasgenoten verklaren me voor gek, maar met op de bank zitten en tv kijken is nog nooit iemand Olympisch kampioen geworden.”
Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport