Nieuws

05 juli 2007

Perry op Donderdag ontmoet drie zussen De Jong

Het is vandaag een speciale en extra lange “Perry op donderdag” editie. Dit keer worden er drie zussen onder de loep genomen. Alle drie hebben ze iets bijzonders meegemaakt in de zwemwereld, waarover ze hun verhaal doen. Gerdien, Marein en Elinore de Jong hebben alle drie (Elinore nog steeds) zwemmen met studeren gecombineerd aan de universiteit van Cincinnatti in Amerika.

Elinore heeft aan de Europese Jeugd Kampioenschappen te Lissabon in 2004 deelgenomen met starts op de 50 vlinder, 50 vrij en 100 vrij. Marein de Jong heeft meegdaan aan de EJOD en de EJK (1992 en 1996) en Gerdien zwemt op NK niveau en is pas terug gekeerd uit de Verenigde Staten. Wat volgt is een interessant verhaal over de persoonlijke ervaringen van drie meisjes in de grote stad Cincinnatti,Ohio.

De eerste vraag die volgde uit mijn buitengewone nieuwsgierigheid was: "Waarom kozen jullie voor Amerika?" Elinore: “Afgelopen jaar ben ik inderdaad in Amerika geweest. In Nederland is het lastig om zwemmen en studeren aan een universiteit te combineren. In Amerika is het beter geregeld, vind ik. Ook wilde ik graag Engels leren. Ik heb toen contact gelegd met verschillende universiteiten in Amerika. De Universiteit van Cincinnati leek mij toen het beste en deze universiteit had ook de meeste interesse. Het klopt inderdaad dat 2 van mijn 3 (oudere) zussen ook in Amerika hebben gestudeerd (en ook aan de universiteit van Cincinnati). Bij hen was het zeer goed bevallen.” Daaraan voegt Gerdien nog toe: “Alle faciliteiten waren op de campus. 10 minuten nadat de training was afgelopen kon je in de klas zitten! Leraren hielden er rekening mee als je verplichting van het zwemmen had tijdens schooltijd. Als we school moesten missen vanwege wedstrijden dan was het vaak geen probleem.”

De drie zwemmende zusjes De Jong met hun vierde zus (geheel links). Verder v.l.n.r. Gerdien, Elinore en Marein.

Het verschil in Amerika met Nederland op zwemgebied is zeer groot. Dit valt Nederland niet te verwijten, want bij ons is simpel weg het geld niet beschikbaar. Maar wat zijn zoal die verschillen, en hoe gaat het er in Amerika aan toe? Marein: “Het was daar echt super. Toen ik daar aan kwam werd ik geïntroduceerd bij mijn teamgenootjes en er werd als het ware gezegd: 'hier zijn 30 mensen, zij zijn vanaf nu je vrienden'. Dat is natuurlijk een fantastisch ontvangst. De mensen zijn zo behulpzaam en geïnteresseerd. In het begin heb ik het wel heel moeilijk gehad met de taal. Maar mijn teamgenootjes waren heel erg behulpzaam en hebben ook vaak hard om mij gelachen. Je mag maar 4 jaar zwemmen voor het team. Dus elk jaar gaan de 4e jaars weg en komen er nieuwe 1e jaars bij. Dat zorgt ervoor dat je met de mensen van jouw jaar een sterke band hebt. Het eerste jaar moet iedereen in de “dorms” wonen, en eet je met z’n allen in de cafetaria. Vaak deel je met z’n tweeën een kamer. Erg veel privacy heb je dan niet, maar het was voor mij wel heel fijn dat er mensen waren die me konden helpen. Als oudere jaars huur je meestal met een aantal zwemmers een huis dichtbij de campus.
Het was natuurlijk wel geïsoleerd op sociaal gebied: geen middelbare school vrienden en geen familie in de buurt. Dat maakte mijn wereldje klein, maar met het zwemteam vond ik het prima. Er is geen feestdag voorbij gegaan of ik werd niet bij minstens 3 mensen uitgenodigd om met hun familie het te komen vieren. Dat op zich is ook weer een bijzondere ervaring.
De faciliteiten zijn daar zo goed. De klaslokalen, de dorms/ je huis, de cafetaria en het zwembad zijn allemaal op maximaal 20 minuten lopen van elkaar. Dat maakt het allemaal zo veel makkelijker. Een gemiddelde dag zag er als volgt uit: 5.25 ging de wekker, 6.00 trainen tot half 8, 8-14.00 les, 16.00-18.00 trainen, naar huis en dan eten en huiswerk maken.
Voor de atleten was er een gezondheidcentrum op de campus voor als je ziek was of een blessure had waar je terecht kon. Als je wilde kon je gratis bijles krijgen, en als je vrij nodig had i.v.m. wedstrijden hadden ze een formulier dat je bij de leraar kon inleveren om vrijstelling te krijgen. Voor wedstrijden was altijd alles geregeld en ze waren zelfs verplicht (door de landelijke organisatie) om alle maaltijden en overnachtingen te betalen.
Kortom, het enige wat ik hoefde te doen was hard zwemmen en goed leren.
Dit was totaal anders kan ik in Nederland gewend ben. Tijdens de middelbare school was het al lastig om een dag vrij te krijgen voor een NK, en ik heb een tijd op en neer gereisd naar Utrecht om te trainen. Hier werd ik toch altijd gek aangekeken door medescholieren als ik zei dat ik veel zwom, terwijl ze je daar er juist voor bewonderde. En dat we naar Florida gingen in december om op trainingskamp te gaan, naar Texas voor een wedstrijd etc waarbij alles betaald werd, dat voelde echt als luxe die ik niet kende vanuit Nederland.
Binnen het team had je verder weinig inspraak. Elke wedstrijd is als een competitie wedstrijd, dus het gaat erom dat het team wint. Daardoor zwom ik vaak dezelfde afstanden en je mocht dus ook niet kiezen welke afstanden je wilde zwemmen (je kon het natuurlijk wel altijd vragen). De trainingen waren voor de sprinters wel gevarieerd. Zo deden we ook 2 keer per week dryland: hardlopen, springen, opdrukken etc, en er werd veel gewerkt met elastieken en peddels.
Verder was het principe: je traint alle trainingen, of je zit niet bij het team. Dat betekende dus tijdens het seizoen 10 trainingen per week. Ik betaalde als het ware mijn studie door te trainen.
Amerikanen houden erg van goede mensen in het zonnetje zetten. Zo heb ik heel wat prijzen gewonnen omdat ik als goede atleet ook nog hoge cijfers haalde. Zo ben ik zelfs uitgenodigd om toen ik alweer in Nederland zat, terug te komen voor een gala in Cincinnati waarbij mijn ticket betaald werd.”
Aldus Marein.


Er is mij wel eens verteld dat Amerikanen echte meter eters zijn. Is dat ook zo? Elinore: “In vergelijking met mijn zwemclub in Bussum maak ik in Amerika inderdaad veel meer meters en uren. In Bussum hadden we maandag tot en met vrijdag 1 of 1,5 uur trainen in de middag. In Amerika train ik soms 2 keer op één dag en de trainingen zijn 2 uur lang. De trainingen zelf zijn ook heel anders. In Bussum hebben we in vergelijking met Amerika niet zoveel tijd, dus als we de ene opdracht af hebben beginnen we gelijk aan de andere. We besteden niet zoveel tijd aan techniek, omdat je anders helemaal geen meters maakt. In Amerika daarentegen hebben we na elke opdracht een paar minuten rust en soms houdt de coach midden in de training een praatje van 30 minuten of zelfs langer!
Jammer vind ik dat alle wedstrijden die ik in Amerika zwem in een 25 yards bad worden gezwommen. Hierdoor heb ik geen tijden in meters staan vanuit Amerika. De NK Sprint was de enige wedstrijd dit jaar die ik in meters heb gezwommen, waardoor ik alleen de tijden van juni 2006 kon gebruiken om in te schrijven voor de NK Sprint 2007.“
Aldus het jongste lid van de familie.

Dat het in Nederland allemaal een geld kwestie is, wat het verschil met Amerika bepaalt wordt wel duidelijk uit het verhaal, wat Nederland beter zou kunnen doen. Gerdien: “Dat is een lastige vraag. Ik kan wel zeggen dat ze beter accommodaties moeten bouwen en trainers meer kennis moeten opdoen, maar dat geld is hier niet. In Amerika hebben ze zoveel geld beschikbaar voor sporten. Mijn team (± 30 zwemmers) had een full-time coach, twee assistent coaches, en een zwembad van 50 meter bij 25 yard en een gigantisch krachthonk waar we gebruik van kon maken.
Mijn hoofdcoach, Monty Hopkins, had enorm veel kennis van zwemmen en alles er om heen. Als hij niet in het zwembad was of dingen aan het regelen was of trainingen aan het maken, dan was hij onderzoeken aan het lezen of video’s van goede zwemmers aan het bekijken. Of hij was de zwemtijden van een zware set die we die dag hadden gedaan aan het verwerken. Alles werd in Excel gezet. Grafieken werden gemaakt en ze werden ge-ë-maild naar alle zwemmers. Soms haalde hij ons uit het water en vertelde een halfuur over de nieuwe techniekoefening die hij had gehoord van een coach van Arizona en het doel ervan. Hij maakte niet alleen de zwemtrainingen, maar ook de krachttraining. Ik denk het heel belangrijk is dat kracht- en zwemtraining op elkaar is afgestemd. Ik heb ook moeite met de discussie die in zwemmend Nederland gaande is dat krachttraining het zwemmen niet zal helpen. De lange afstand zwemmers kunnen inderdaad waarschijnlijk die tijd beter in het water gebruiken. Maar hoe kan je zeggen dat krachttraining voor zwemmers niet goed is. Ik heb er ook nog nooit iemand in Amerika over horen spreken. Er zijn zoveel soorten krachttraining. Conversion, hypertrophy, max strength. Iik was elke keer weer verbaasd als we een ander krachttrainingschema kregen. Zijn er ook mensen in andere landen die eraan twijfelen?
Mijn coach was ook niet alleen geïnteresseerd wat zijn zwemmers in het water deden. Aan het einde van het kwartaal kreeg hij alle cijfers te zien. We hebben speeches gehad over Alexander Popov’s trainingen om ons te realiseren dat we harder moeten trainen. Speeches dat iemand bij een andere universiteit geschorst was omdat hij onder de 21 gedronken had. Iemand uit het leger kwam ons vertellen over leiderschap en motiveren. Visualisatie trainingen, yoga oefeningen, mentale trainingen, van alles bracht hij ons bij.
Ik weet dat fulltime coaches niet realistisch is in Nederland. In Nederland is het geld er niet voor. Iedereen vraagt zich natuurlijk af waar ze in Amerika het geld vandaan halen. Behalve dat het studeren in Amerika heel duur is, krijgen ze veel heel donaties van ex-Bearcats.”
Aldus Gerdien.


Gerdien (l) en Elinore de Jong waren bij de NK Sprint finalist op de 50 vrij.

Gerdien spreekt vooral haar lof uit over de mentaliteit die heerst bij de Amerikanen en hun sporters. Daarom heeft ze nog als tip: “Aanmoedigen. Niet alleen tijdens de wedstrijden maar vooral onder de trainingen. Voor een zware set hoorde je vaak zwemmers tegen elkaar dingen roepen als “let’s go fast!”. Zwemmers met dezelfde snelheid zwommen ook vaak in verschillende banen zodat je tegen elkaar kon zwemmen in plaats van achter elkaar. Op die manier heb je ook in de gaten wat je teamgenootjes naast je zwemmen. Als je dan onder de set naast de aanmoedigingen van je trainer ook van je teamgenootje te horen krijgt “two more! keep it up!” dan motiveert je dat enorm. Het geeft je extra energie waardoor je net wat dieper kunt gaan. Of na een goede set, zelfs bij krachttraining, complimenten krijgen van je teamgenootjes dat is super. Onder de training is wanneer teamgenoten elkaar moeten helpen. Wanneer je er helemaal doorheen zit om dan een andere zwemmer aan te moedigen, dat maakt je sterk, en je helpt de ander er ook bij. Vorm een team in plaats van voor te zelf te zwemmen. Andere dingen ik erg positief vond waren gezamenlijk stretchen voor elke training en yellen bij de wedstrijden. Je zal merken dat door deze dingen je een veel hechter team krijg. Voor elke wedstrijd kwamen we als team samen, vertelde de teamleider nog iets om ons te motiveren en lieten wij onze yellen horen. En we hadden er niet een, maar iets van vijf.”

Op dit moment zwemmen Gerdien en Elinore de Jong nog steeds. Marein de Jong is inmiddels gestopt, wat was daar de reden van? “Toen ik in Nederland terug kwam moest ik een keuze maken tussen me richten op mijn studie of nog steeds 20 uur (of meer) te trainen in de hoop dat ik de aansluiten met de Nederlandse top zou halen (ik zat bij de sub-top op de vlinder en vrije slag 50 en 100m nummers). Omdat ik niet het idee had dat ik in Nederland dezelfde teamgeest en professionele begeleiding zou krijgen als in Cincinnati, heb ik voor het eerste gekozen. Ik heb nog één jaar in Nederland door gezwommen en daarbij hele goede resultaten gehaald (tweede op NK korte baan 2002 op 50 vinderl). Uiteindelijk ben ik lid geworden van een studenten roeivereniging waar ik wedstrijd geroeid heb.”

Als laatste voegt Gerdien nog toe: “Zo als je kan zien ben ik erg positief over mijn ervaringen in Amerika. Ik moest een heel gedisciplineerd leven leiden, wat niet altijd meeviel. Desondanks ben ik heel erg blij dat ik deze gelegenheid heb gekregen. Ik heb zoveel geleerd over zwemmen, mijn studie, en mezelf en ik heb een andere cultuur meegemaakt. Als iemand vragen heeft, dan zal ik ze graag beantwoorden.”

Dus mocht u vragen hebben kunt u deze naar mij mailen: perryarentsen@hotmail.com. Hierbij wil ik de famillie de Jong heel erg bedanken voor deze leerzame bijdrage en voor jullie thuis, tot volgende week!
Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport