Ranomi Kromowidjojo slechts 0,09s van brons op de 100 vrij in weergaloze finale

En weer gebeurde het. Een wereldrecordhoudster, die niet kon verliezen, maar toch ten onder ging. Sarah Sjöström won dit seizoen alles wat er te winnen viel en vestigde als startzwemster van de Zweedse ploeg op de 4x100 meter vrije slag estafette met 51.71 een supersnel wereldrecord. In de finale van de belangrijkste wedstrijd ging zij ten onder tegen de Amerikaanse vechter en gedeeld Olympisch kampioene Simone Manuel.

Op 50 meter leidde de Zweedse halverwege met 24.75 en volgde Pernille Blume als tweede in 25.04. Daarna ontspon zich een schitterend schouwspel met de wereldrecordhoudster, die op weg leek naar de wereldtitel. En toen kwam Simone Samuel naderbij; zij kroop zo dicht mogelijk naar de lijn om voordeel te hebben van de stroming die Sjöström ontwikkelde. In de laatste meters kwam de macht van de bere sterke Amerikaanse nog eens tot uiting bij haar krachtige aantik.

Uiterlijk liet Sarah Sjöström weinig van haar gevoelens blijken, maar de nederlaag moet hard aangekomen zijn. Vorig jaar overkwam Cate Campbell hetzelfde. De wereldrecordhoudster explodeerde op de eerste baan van de Olympische finale en stortte daarna op de tweede baan volledig in. Zij viel buiten de prijzen.

Ranomi Kromowidjojo met knappe race
Ranomi Kromowidjojo zwom vanuit baan 1 met 52.78 de tweede snelste tijd uit haar loopbaan. Het zag er van bovenaf geweldig uit. "Technisch heel goed. Knappe race. Misschien had zij een paar tienden sneller af moeten gaan op de eerste vijftig. Jammer dat zij net het brons miste op 0,09 seconde”, vond André Cats in zijn eerste reactie. De Algemeen Technisch Directeur van de KNZB liet verder commentaar achterwege. Hij is dan wel zwemtrainer van origine, uitspraken over baanverdeling, slagfrequentie en andere technische details laat hij liever aan de coaches over.   

De start en onderwaterfase van ‘Kromo’ waren als vanouds en op de eerste 25 meter bracht het haar aan de leiding. Het tweede gedeelte van de eerste baan kwamen de tegenstanders op het oog beter door. Na 25.67 keerde zij als vijfde en was er nog veel mogelijk. Nooit eerder zwom zij zo’n sterke tweede baan, maar in het spectaculaire eindspel lukte het niet om op het podium te komen. Na Simone Manuel (27.06) had Ranomi de snelste terugbaan (27.11), resulterend in 52.78.
Uitslag 1. Simone Manuel, USA 52.27 2. Sarah Sjöström 52.31 3. Pernille Blume, DEN 52.69 4. Comerford, USA 52.77 5. Ranomi Kromowidjojo, NED 52.78 6. Penny Oleksiak, CAN 52.94 7. Bronte Campbell, AUS 53.18 8. Emma McKeon, AUS 53.21

50 meter vlinderslag
In de halve finales 50 meter vlinderslag waren de hondsten van een seconde bij het aantikken bepalen voor het behalen van de finale. Ranomikromo gaat na haar 25.67 als vijfde naar de finale, die sloot bij 25.73. Maaike de Waard zwom in baan 1 van de eerste heat 45 meter een prachtige race, maar miste in de laatste meters kracht om sneller te zijn dan haar 25.89. Voor de PSV-zwemster eindigde met deze prestatie (twaalfde) het toernooi toch positief na de tegenvaller op de 50 meter rugslag.

4x200m vrije slag stijgt boven zich zelf uit in series
In de finale van de 4x200 meter vrije slag moesten Kyle Stolk, Ferry Weertman, Stan Pijnenburg en Maarten Brzoskowski genoegen nemen met plek acht. Twee keer schitteren op een dag was nu te veel gevraagd. De wereldtitel was voor Groot-Brittannië in 7.02.68. Rusland zwom naar het zilver (7.02.68), het brons was voor de Verenigde Staten (7.03.18).

In de series ging het sensationeel snel voor de Nederlandse afvaardiging op de meest klassieke estafette uit de zwemhistorie. Het kwartet bereikte als vierde de finale. De namen en tussentijden: Kyle_Stolk 1.47.45pr, Ferry Weertman, 1.47.42 pr split, Stan Pijnenburg 1.47.56 pr split en Maarten Brzoskowski 1.46.79

Goosen komt net tekort voor halve finales 100 vlinder
Mathys Goosen slaagde er net niet in de halve finales te bereiken op de 100 meter vlinderslag. De 21-jarige student uit Amsterdam zwom met 52.12 (was 52.39) een persoonlijk record, maar werd daarmee zeventiende.

Goosen, WK-debutant, kwam iets minder dan twee tienden tekort. De Amerikaan Caeleb Dressel, al winnaar van de 100 meter vrij, was veruit de snelste in de series: 50.08. In de halve finale was hij 0,01 sneller en naderde opnieuw het WR van Phelps uit 2009. De Amerikaan zwom destijds bij de WK in Rome 49.82.

Puts snapt 'geen reet' van mislopen halvefinaleplek

Jesse Puts was op de 50m vrije slag 0,11 seconde te langzaam om de halve finales te bereiken. De 22-jarige sprinter uit Utrecht noteerde een tijd van 22.28, genoeg voor slechts de 21ste plek. Alleen de beste zestien gaan door naar de halve finales.

,,Ik snap er geen reet van", zei een verbouwereerde Puts na afloop van zijn race tegen de verzamelde pers Een tijd van 22,18 had genoeg geweest voor een plek bij de beste zestien. De Braziliaan Bruno Fratus was met een tijd van 21.51 de snelste.

Puts verraste in december door de wereldtitel kortebaan te pakken op de 50 vrij. Ook is hij Nederlands recordhouder met 21.82 seconden. ,,Ik snap het niet. Vanaf de eerste slag had ik het niet, terwijl ik heel veel vertrouwen had. Ik voelde me heel goed'', vertelde Puts bij de NOS.

,,Ik had geen druk op mijn armen. Ik was niks aan het doen: een beetje spartelen met armen en benen. Ik had geen enkele grip op het water. Het voelde zo goed in de laatste voorbreiding, sprintjes van 9,9 seconden op de 25 meter met start vanuit het water. En dat had ik nog nooit eerder gedaan.''
Puts geloofde niet dat hij aan de verwachtingen ten onder was gegaan. ,,Ik heb bepaalde doelen die ik wil halen. Dat heb ik altijd, zoals in Windsor, waar het wel goed ging. Het zat er kennelijk niet in. Het is enorm balen dat ik in dit veld geen tweede kans krijg.''

In de halve finales was de snelste tijd 21.29 (Dressel), terwijl wereldrecordhouder en voormalig Olympisch kampioen Cielo de achtste finalist was met 21.77.

Boedapest Boulevard

Ontvang jij het laatste WK nieuws al in je eigen mailbox? Meld je nu hier aan of kijk hier voor de laatste editie.