Nieuws
24 juli 2023
Gedeeld zilver Arno Kamminga op de 100 meter schoolslag
Vorig jaar bij de WK in Boedapest behaalden Nicolo Martinenghi, ITA, Arno Kamminga, NED en Nic Fik, USA goud, zilver en brons op de 100 meter schoolslag. Nu verdeelden de drie zwemmers achter de Chinees Qin Haiyang de zilveren medaille bij het toernooi in Fukuoka. Een unieke situatie.
Arno Kamminga hield de Nederlandse eer hoog in het zwembad van de Marine Mess van Fukuoka door bij zijn derde start (na series en de halve finale) op de 100 meter schoolslag het hoofd koel te houden en een geslaagde greep te doen naar een medaille. De manier waarop was heel bijzonder. Halverwege de finale lag de zwemmer van het HPC Amsterdam nog in vijfde positie (27,52), ver achter het leidende tweetal Quinn Haiyang (26,96) en Nic flink (27,08). Maar in het tweede deel kwam de 27-jarige pupil van Mark Faber flink opzetten. Met een fantastische slotsprint kon hij titelverdediger Martinenghi en Fink nog net achterhalen. Het drietal finishte in 58,72 en zorgde zo voor een unieke finish. Alleen de Chinees Qin Haiyang gaf niets toe en won in 57,69. De Chinees, oorspronkelijk een man die uitblonk op de 200 meter, had zich in de halve eindstrijd ook al de snelste van het veld getoond. Zondag tikte hij aan in 57,82. Nu dook hij daar 0,13 seconde onder.
Bij afwezigheid van Adam Peaty, die al geruime tijd schijnt te kampen met fysieke en ook mentale problemen, gold Kamminga op papier als uitgelezen kandidaat voor de wereldtitel. Na de Brit was Kamminga immers de snelste zwemmer ooit op de 100 meter schoolslag.
Vertrouwde niveau
De moeizame aanloop naar de mondiale titelstrijd speelde Kamminga dit seizoen nog lang parten. De winnaar van olympisch zilver op de 100 en 200 meter schoolslag miste wegens oververmoeidheid en Covid na de WK van Boedapest 2022 veel noodzakelijke uren in het water. Mede op advies van coach Faber deed hij niet meer aan de WK korte baan in Melbourne. Pas begin dit jaar hervatte hij voorzichtig de training. Enkele weken voor het vertrek naar Azië keerde hij o.a. dankzij een hoogtestage in Flagstaff terug op zijn vertrouwde niveau.
Mede daarom wilde Kamminga niet spreken van het “jammerlijk” missen van een gouden WK-medaille. "Als ik een perfecte voorbereiding had gehad, was dit een kans uit duizenden geweest. Daar is jammer genoeg nu alleen geen sprake van geweest."
De andere Nederlanders
Het verging niet alle Nederlanders goed in Japan. Tes Schouten slaagde er in de halve finale 100 meter schoolslag niet in haar stijgende lijn van dit seizoen voort te zetten. De 22-jarige zwemster uit Bodegraven, ook uit de ‘stal’ van Mark Faber, tikte na een serietijd van 1:06.46 (31.35) aan in 1.06,53 (31.51) en eindigde daarmee als tiende. De achtste tijd van 1:06.31, die goed was voor een klassering bij de top-8, leek achteraf bezien toch mogelijk. Schouten zwom dit jaar 1:05.72 en dat betekende een NR.
Op de 100 meter rugslag grepen Maaike de Waard en Kira Toussaint beiden naast een ticket voor de finale. De Waard (59,84) eindigde in de halve eindstrijd als elfde, Toussaint (59,89) volgde als twaalfde.
Na haar tussenronde op de 200 meter wisselslag (2:09.30) had Marrit Steenbergen als derde uitzicht op een hoge klassering in de finale. Zij was zo blij geweest met haar eerste finaleplaats op een WK en leek zich te kunnen mengen in de strijd om de medailles. De wisselslag lijkt voor Steenbergen uitgevonden te zijn, want de wereldkampioen korte baan op de 100 wissel beheerst technisch gezien de vier slagen als geen ander. De combinatie ervan stelt haar echter vaker voor problemen als haar lief is en dat was vandaag ook het geval. Meer dan 2:11.89 en een zevende plaats zat er niet in.
