Nieuws

20 januari 2006

Vernieuwde toelichting op KNZB reglementen

Nieuwe Toelichting op reglementswijzigingen Zwemmen – 18 januari 2006
Vervangt de publicatie in Bestuurlijk Informatie Bulletin, nr 7a – september 2005

Extra editie:


Verplichting van de deelnemers

D16.16
Bij de estafettes zal de ploeg van de deelnemer, wiens voeten de startplaats
hebben verlaten voordat zijn voorgaande ploeggenoot heeft aangetikt, worden
gediskwalificeerd.

Spreekt voor zich. Het terugkeren om alsnog de foutieve overname te herstellen is
vervallen. Toe vroeg overnemen = diskwalificatie.

Rugslag

D18.2.a
Voor het startsignaal moeten de deelnemers gereed liggen in het water met de voorzijde van
het lichaam naar de startzijde en met beide handen de starthandgrepen vasthouden. Staan in
of op de overloopgoot of het klemmen van de tenen over de rand van de overloop goot is
verboden.

De tenen hoeven niet meer onder water te zijn bij de start. Er is geen beperking aan
hoe ver de tenen of voeten boven water mogen zijn. Als er een overloopgoot aanwezig is
mogen de tenen niet over de rand van die overloop geklemd worden. De tenen
mogen dus wel tegen die rand en/of ronding van de rand worden geduwd.

D18.2.c
Gedurende de gehele race moet enig deel van het lichaam het wateroppervlak doorbreken. Het
is toegestaan dat de deelnemer volledig onder water is gedurende het keerpunt., tijdens de
laatste slag en over een afstand van niet meer dan 15 meter na de start en elk keerpunt.
Op dat punt dient het hoofd het wateroppervlak te hebben doorbroken.

Hier is slechts het reglement tekstueel gewijzigd van “bij de finish” in
“tijdens de laatste slag”. Qua uitvoering blijft het bij het oude.

D18.2.d
Tijdens het keren mag de rugligging verlaten worden, waarna een ononderbroken
ongelijktijdige armdoorhaal of een ononderbroken gelijktijdige armdoorhaal mag worden
gemaakt om het keren in te zetten. De deelnemer moet de rugligging weer hebben ingenomen,
wanneer het contact met de wand is verbroken. Tijdens de keerpuntactie moet met enig
lichaamsdeel de wand worden geraakt.

Nieuwe toelichting:
In eerste oogopslag lijkt er veel veranderd. Dit is echter niet het geval. Sterker nog
er is in feite niets veranderd, maar de regelgeving is vereenvoudigd weer
gegeven.
Direct na het op de borst draaien dient het keerpunt ingezet te worden. Die inzet
gebeurt met een armdoorhaal (1 of 2 armen). Tijdens die armdoorhaal mogen onbeperkt
beenslagen (ter ondersteuning van het nemen van het keerpunt) worden gemaakt. Het keerpunt
moet ononderbroken gemaakt worden en tijdens de keerpuntactie moet de wand met enig
lichaamsdeel worden aangeraakt (is meestal het afzet moment) en na het loslaten van de
kant moet de rugligging weer zijn ingenomen.
Op de borstzijde uitdrijven is dus niet toegestaan. Als echter na het op de borst draaien
direct begonnen wordt met een armdoorhaal -ook al gebeurt dit langzaam- dan betekent dit
dat de keerpuntactie wordt ingezet en dus ook ondersteunende beenslagen zijn toegestaan.
Een extra armslag om het keerpunt te kunnen volbrengen blijft verboden.
Met het ‘op de borstzijde uitdrijven is niet toegestaan’ wordt bedoeld het
tijdens de race verlaten van de rugligging zonder met de keerhandeling bezig te zijn
(diskwalificatiecode RC). In de zin erna wordt echter al aangegeven dat wanneer na het op
de borst draaien direct begonnen wordt met een armdoorhaal ….enz, de keerpuntactie
wordt ingezet.
De lengte van de keerpuntactie is sterk afhankelijk van de lengte van de zwemmer en/of de
aanzwemsnelheid. Het kan dus zijn dat na het op de borst draaien het net lijkt alsof er
eerst heel even wordt ‘uitgedreven’ voordat de armdoorhaal wordt ingezet. Dit is
echter niet het uitdrijven dat in de toelichting wordt bedoeld. Als een zwemmer te vroeg
op de borst draait en de keerpuntactie nog niet kan inzetten, omdat de bassinwand nog te
ver verwijderd is, en derhalve nog even moet uitdrijven om een succesvol keerpunt te
kunnen maken, dan is er sprake van uitdrijven of te wel rugligging verlaten tijdens
de race zonder met de keerpuntactie bezig te zijn.


De tekst van de toelichting D18.2.d, eerder gepubliceerd in Nieuwsbrief Zwemmen
nr.17, december 2005 komt hierbij te vervallen.


D18.2.e
Bij het einde van de voorgeschreven afstand, dient de wand in rugligging te worden
aangetikt.

Hier is de zinsnede dat het lichaam zich geheel onder water mag bevinden weggelaten.
Dit is nu verwoord in D18.2.c

Schoolslag

D18.3.a
Vanaf het betgin van de eerste armslag na de start en na ieder keerpunt moet het lichaam
op borstzijde worden gehouden. Het is niet toegestaan op enig moment op de rug te draaien.
Tijdens de gehele race is de volgorde van de cyclus eerst een armslag en dan een beenslag.


Hier is de cyclus volgorde toegevoegd. Dit stond eerst verwoord in de toelichting.

D18.3.e (wordt 18.3.d)
In de achterwaartse beweging van de beenslag moeten de voeten buitenwaarts worden bewogen.
Een schaarslag, gelijktijdige en of ongelijktijdige bewegingen van de benen en de voeten
in het verticale vlak zijn niet toegestaan, met uitzondering van het genoemde in artikel D
18.3.f. Het doorbreken van het wateroppervlak met de voeten is toegestaan; hierna is een
neergaande gelijktijdige beweging van de benen en de voeten in het verticale vlak niet
toegestaan.

In dit artikel is de verwijzing naar D18.3.f toegevoegd (dolfijnbeenslag).

D18.3.g wordt 18.3.f
Tijdens iedere volledige cyclus moet een deel van het hoofd het wateroppervlak doorbreken.
Na de start en na elk keerpunt mag een deelnemer één armslag maken die volledig naar
achteren tot aan de benen wordt doorgehaald. Eén enkele neerwaartse verticale
gelijktijdige beweging van de benen, gevolgd door een schoolslag beenbeweging is
toegestaan, terwijl de deelnemer geheel onder water is. Daaropvolgend moeten alle
bewegingen van de benen gelijktijdig en in hetzelfde horizontale vlak worden uitgevoerd,
zonder afwisselende bewegingen.

Vernieuwde toelichting
Hierin is maar één onderdeel gewijzigd: er mag na start en keerpunt tijdens de eerste
slag
onder water een dolfijnbeenslag worden gemaakt. Deze dolfijnbeenslag (of wel
vlinderbeenslag) mag alleen worden gemaakt passend in de cyclus armslag - beenslag. Met
andere woorden: vanaf het moment dat de armslag wordt ingezet -op het moment dat de handen
uit elkaar worden bewogen- mag de dolfijnbeenslag worden gemaakt. Daarna dient een
schoolslag beenslag te worden gemaakt. De neergaande dolfijnbeenslag wordt uiteraard
gevolgd door een opgaande beenbeweging ter inzetting van de schoolslag beenslag
.
Vanwege de wijzigingen komt lid d te vervallen en worden de leden na c
‘omgeletterd’ in d t/m g.

Tot slot:
De ongeschreven regel “twijfel is altijd voordeel zwemmer” blijft ongewijzigd.
Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport