Nieuws

17 februari 2024

Tes Schouten en Marrit Steenbergen wereldkampioen

Marrit Steenbergen met de gouden medaille van 100 meter vrije slag.

Elf jaar lang wonnen Nederlandse zwemsters geen individuele titel bij de Wereldkampioenschappen langebaan. De laatste was in 2013 toen Ranomi Kromowidjojo in Barcelona de 50 meter vrije slag won. Op dag 6 van het toernooi in Doha kwam er een eind aan deze reeks zonder goud. En hoe! Marrit Steenbergen won de 100 meter vrije slag en Tes Schouten drie kwartier later de 200 meter schoolslag. De dag werd nog mooier voor Nederland dankzij het zilver van Caspar Corbeau op de 200 meter schoolslag.

Gouden race Steenbergen

Steenbergen trad met haar gouden plak op de 100 meter vrije slag in de voetsporen van Inge de Bruijn. De Bruijn was in 2001 de snelste op de 100 meter in Fukuoka, Japan. De 24-jarige Steenbergen versloeg in de finale Siobhán Haughey met een minimaal verschil. Haughey uit Hong Kong legde de eerste baan af in 24.87 en keerde 0,43 seconde eerder dan de naast haar zwemmend Nederlandse, maar daarna won Steenbergen per meter aan snelheid. Het inhalen op de tweede baan is een fantastische eigenschap. De echte kenners weten dat al vele jaren. Met die wetenschap heeft de geboren Friezin veel zelfvertrouwen opgebouwd. Bij de finish had zij haar achterstand van 0,43 omgebouwd in een voorsprong van 0,3 seconde. Haar winnende tijd was goed voor goud.

"Dit is niet normaal", zei Steenbergen in het interview met John Mason direct na de race. "Ik had nooit verwacht om 52,26 te zwemmen." Zij besloot daarna met  "De tweede helft is dan ook mijn specialiteit." De nieuwe wereldkampioene is nu zelfs sneller dan Nederlandse grootheden als Femke Heemskerk (52.69) en Ranomi Kromowidjojo (52.75). Internationaal gezien is zij nauwelijks langzamer dan bijvoorbeeld de Australische Mollie O’Ocallaghan vorige zomer in Fukuoka (52.16).

Tes Schouten oppermachtig

Drie kwartier na de winst van Marrit Steenbergen maakte Tes Schouten haar favorietenrol op de 200 meter schoolslag waar. Schouten werd wereldkampioen in 2.19,81. Dat deed ze op imponerende wijze, door met overmacht te winnen. Zij was bovendien een seconde sneller dan de Zuid-Afrikaanse Tatjana Schoenmaker vorig jaar in Fukuoka. Ter vergelijking: 34 jaar geleden (in 1990) was Ron Dekker de eerste Nederlandse man die binnen de 2.20 kon zwemmen.

Schouten, reageerde na de race vrij nuchter. "Ik zag op het derde keerpunt dat ik heel ver voorlag, en toen ging wel even door mijn hoofd: ga je nu echt winnen? Maar ik moest nog 50 meter, dus ik moest niet denken dat ik al gewonnen had."

Ze vervolgt: “Van tevoren dacht ik: ik heb niet veel te verliezen. Als ik keek naar hoe goed gisteren ging, waar ik nog een beetje inhield, ging ik uit van zilver. Ik probeerde het gewoon en dan zie je wat er uitkomt: goud." De emotie en de tranen kwamen pas na de ereronde toen zij contact had met haar familie en zeker met haar coach Mark Faber bij wie zij zoveel vorderingen heeft gemaakt. Beste Nederlandse was tot nu toe Wijda Mazereeuw bij de WK 1975 in het Colombiaanse Cali. Zij zwom toen naar zilver in 2.37,50.

Parijs is en blijft het hoofddoel

De WK in Doha zijn en blijven echter niet het hoofddoel voor Schouten. "Dit is niet het einde van de rit, dat is Parijs. Dat was voordat we hier heen gingen ook duidelijk. Het is nog steeds het doel om daar op mijn best te zijn." Schouten denkt dat haar grootste geheim ligt in het hebben van plezier en het ontspannen toeleven naar wedstrijden. "Ik ben ook gewoon blij met mijn leven buiten het zwemmen, dus het is niet het einde van de wereld als niet lukt wat ik wil. Het liefst word ik olympisch kampioen, maar als dat niet lukt denk ik over tien jaar niet: ik heb gefaald."

Caspar Corbeau’s durf levert zilver op

Caspar Corbeau had ook zijn zinnen gezet op goud. Tot aan de laatste meters lag hij vooraan, maar toen zag hij ineens de Chinees Zhihao Dong voorbij komen. Corbeau zwom een persoonlijk record met 2.08,24, maar dat was drie tienden trager dan Dong. “Liever vechten voor goud en kapot gaan, dan weten dat ik meer had kunnen doen”, zei Corbeau tegen interviewer John Mason.

Moedige race niet beloond met NR

WK-debutant Van Westering zwom een moedige 200 meter rugslag. De Amerikaanse Nederlander startte uitstekend en lag lange tijd in vierde positie. Misschien rook Van Westering even aan een medaille, maar hij kon zijn tempo niet vasthouden. In de laatste meters zakte hij ver weg, waardoor hij uiteindelijk laatste werd in 1.57,19 en niet zijn gehoopte Nederlandse record zwom. Nick Driebergen blijft recordhouder met 1.56,85, Fred Eefting blijft de beste Nederlander op de 200 rug (5e in 1978).

Korstanje (100 vlinder) en Simons (50 vrij) naar finales

Twee zwemmers overleefden de halve finales. Nyls Korstanje als zevende op de 100 vlinder (51,75) en Kenzo Simons als zesde op de 50 vrij (21,73 PR). Maaike de Waard en Kim Busch werden elfde en dertiende in de halve finales 50 vlinder. Vooral zuur voor Busch, die in de series de zevende tijd van 25,93 zwom. Dat zou haar een finaleplaats hebben opgeleverd. Toen het er in de halve finales op aankwam bleef de tijd echter stil staan op 26,23.

Deel dit artikel
Swimmere Zwemsport